Einde inhoudsopgave
Besluit rechtspositie korps politie BES
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
18-06-2012, Stb. 2012, 280 (uitgifte: 27-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2012, Stb. 2012, 280 (uitgifte: 27-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Aanstelling
Ambtenarenrecht / Arbeidstijden
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Disciplinaire straffen
Ambtenarenrecht / Functiewaardering
Ambtenarenrecht / Ontslag
Ambtenarenrecht / Verlof
Ambtenarenrecht / Ziekte
1.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die uit hoofde van zijn functie onvermijdelijk arbeid wordt opgedragen, wordt buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgesteld dienstrooster op een week- of zaterdag, wordt een vergoeding als bedoeld in de bijlage, onder I, toegekend voor elk door hem op werkdagen gewerkt vol uur.
2.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die uit hoofd van zijn functie onvermijdelijk arbeid wordt opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster op een zon-, feest of roostervrije dag, wordt een vergoeding als bedoeld in de bijlage, onder II, toegekend voor elk door hem gewerk vol uur.
3.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die uit hoofde van zijn functie onvermijdelijk arbeid wordt opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster in verband met buitengewone omstandigheden of calamiteiten, wordt een vergoeding als bedoeld in de bijlage, onder III, toegekend voor elk door hem gewerkt vol uur.
4.
Voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid wordt een gewerkte tijd van dertig minuten of meer, doch korter dan een uur, als een vol uur aangemerkt.
5.
Aan de ambtenaar, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, kan op zijn verzoek in plaats van een vergoeding in geld, wanneer het dienstbelang zulks toelaat, een vergoeding in vrije tijd worden toegekend, berekend naar de gemaakte overuren en bepaald op:
- a.
150 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op weekdagen en zaterdagen, en
- b.
200 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op zon- roostervrije en feestdagen dan wel in verband met buitengewone omstandigheden of calamiteiten.
6.
Het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing op de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die een functie bekleedt in de rang van inspecteur of hoger.
7.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die een functie bekleedt in de rang van inspecteur of hoger en die uit hoofde van zijn functie onvermijdelijke arbeid wordt opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster, wordt een vergoeding in vrije tijd toegekend berekend naar de gemaakte uren en overuren en bepaald op:
- a.
100 procent, indien het een dienstuitoefening betreft wegens verschuiving van dienst binnen twee maal 24 uur van de oorspronkelijk voorgeschreven dienst;
- b.
150 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op week- en zaterdagen, en
- c.
200 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op roostervrije- zon- en feestdagen of arbeid opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster in verband met buitengewone omstandigheden of calamiteiten.
8.
De vergoeding in vrije tijd als bedoeld in het zevende lid wordt genoten in dezelfde kalendermaand waarin de arbeid werd opgedragen dan wel in de daarop volgende kalendermaand.
9.
Indien geen vrije tijd als bedoeld in het zevende lid kan worden toegekend, ontvangt de ambtenaar een vergoeding overeenkomende met zijn uurloon voor arbeid opgedragen ingevolge het dienstrooster.
10.
Het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op de aspirant.