RvdW 2015/575
Grondslagverlating.. De kwalificatie van diefstal onder drie in art. 311 Sr genoemde verzwarende omstandigheden is onjuist vzv het gaat om in vereniging plegen. Mede gelet op de straf is het belang van verdachte bij zijn cassatieberoep niet evident terwijl toelichting ontbreekt. Gelet hierop beroep gezien art. 80a RO niet-ontvankelijk.
HR 14-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:953
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 april 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin, Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/03509
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:953, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:205, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2015
Essentie
Grondslagverlating.. De kwalificatie van diefstal onder drie in art. 311 Sr genoemde verzwarende omstandigheden is onjuist vzv het gaat om in vereniging plegen. Mede gelet op de straf is het belang van verdachte bij zijn cassatieberoep niet evident terwijl toelichting ontbreekt. Gelet hierop beroep gezien art. 80a RO niet-ontvankelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 27 juni 2013, nummer 22/002374-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof Den Haag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.