Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 20-08-1979
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1983, 117).
- Bronpublicatie:
01-02-1971, Trb. 1972, 144 (uitgifte: 29-11-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-1979
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-07-1979, Trb. 1979, 111 (uitgifte: 01-01-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Elk in toepassing van artikel 21 gesloten aanvullend akkoord treedt in werking op de daarin genoemde datum; een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift, zo nodig vergezeld van een vertaling in de Franse of de Engelse taal, dient te worden toegezonden aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland.
2.
Elke Verdragsluitende Staat kan, zonder het Verdrag op te zeggen, een aanvullend akkoord opzeggen, hetzij krachtens de bepalingen inzake opzegging van dat akkoord, hetzij, indien het akkoord niet een dergelijke bepaling bevat, door de andere Staat in kennis te stellen van de opzegging met een opzeggingstermijn van zes maanden. Elke Staat die een aanvullend akkoord opzegt, stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken daarvan in kennis.
3.
Onverminderd de opzegging van het Verdrag blijft het gevolgen hebben voor de betrekkingen tussen de Staat die de opzegging heeft verricht en elke andere Staat waarmede hij in toepassing van artikel 21 een aanvullend akkoord heeft gesloten, tenzij in het akkoord anders is bepaald.