Einde inhoudsopgave
Veiligheidswet BES
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 316 (uitgifte: 16-07-2012, kamerstukken: 32822)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 317 (uitgifte: 16-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Crisismanagement
Openbare orde en veiligheid / Hulpverlening
1.
Behoeft de procureur-generaal voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel voor het verrichten van taken ten dienste van de justitie bijstand van een onderdeel van de krijgsmacht, dan richt hij door tussenkomst van de Rijksvertegenwoordiger een verzoek daartoe aan Onze Minister van Defensie.
2.
Onze Minister van Defensie verleent, na overleg met Onze Minister van Justitie en, indien het mede betrekking heeft op de handhaving van de openbare orde, met Onze Minister, bijstand door de Koninklijke marechaussee, tenzij dringende reden zich daartegen verzetten.
3.
In bijzondere gevallen verleent Onze Minister van Defensie, na overleg met Onze Minister van Justitie en, indien het mede betrekking heeft op de handhaving van de openbare orde, met Onze Minister, bijstand door andere onderdelen van de krijgsmacht.
4.
De procureur-generaal bepaalt, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, op welke wijze bijstand wordt verleend.
5.
Behoeft de procureur-generaal bijstand door een bijstandseenheid als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Politiewet 2012, dan richt hij door tussenkomst van de Rijksvertegenwoordiger een verzoek daartoe aan Onze Minister van Justitie. Artikel 59, derde, vierde en vijfde lid van de Politiewet 2012 is van overeenkomstige toepassing.