Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/23 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010, enz.
Artikel 75 Beperkingen op andere procedures
Geldend
Geldend vanaf 11-02-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Inwerkingtreding
11-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Normale insolventieprocedures mogen niet worden opgestart met betrekking tot een CTP, behalve op initiatief van de afwikkelingsautoriteit of met haar instemming overeenkomstig lid 3.
2.
De bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten worden onverwijld in kennis gesteld van een aanvraag tot opening van een normale insolventieprocedure met betrekking tot een CTP, ongeacht of de CTP in afwikkeling is of overeenkomstig artikel 72, lid 3, een besluit is bekendgemaakt.
3.
De voor de normale insolventieprocedures verantwoordelijke autoriteiten starten deze procedures pas op nadat de afwikkelingsautoriteit hen in kennis heeft gesteld van haar besluit om geen afwikkelingsmaatregel te nemen met betrekking tot de CTP of indien geen kennisgeving is ontvangen binnen zeven dagen na de in lid 2 bedoelde kennisgeving.
Indien dit voor de doeltreffende toepassing van de afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden noodzakelijk is, kunnen de afwikkelingsautoriteiten het gerecht verzoeken gerechtelijke maatregelen of procedures waarbij een CTP in afwikkeling partij is of kan worden, gedurende een passende periode te schorsen in overeenstemming met de afwikkelingsdoelstellingen.