Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/40/EG betreffende emissies van klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad
Artikel 5 Typegoedkeuring
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2006
- Bronpublicatie:
17-05-2006, PbEU 2006, L 161 (uitgifte: 14-06-2006, regelingnummer: 2006/40/EG)
- Inwerkingtreding
04-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2006, PbEU 2006, L 161 (uitgifte: 14-06-2006, regelingnummer: 2006/40/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1.
Zes maanden na de datum van vaststelling van een geharmoniseerde testprocedure voor het meten van lekkagewaarden kunnen de lidstaten om met emissies van klimaatregelingsapparatuur verband houdende redenen niet langer:
- a)
weigeren een EG-typegoedkeuring of een nationale typegoedkeuring voor een nieuw voertuigtype te verlenen, of
- b)
de registratie, verkoop of ingebruikneming van nieuwe voertuigen verbieden,
wanneer een voertuig met klimaatregelingsapparatuur die is ontworpen om een gefluoreerd broeikasgas met een aardopwarmingsvermogen van meer dan 150 te bevatten, aan de eisen van deze richtlijn voldoet.
2.
Twaalf maanden na de datum van vaststelling van een geharmoniseerde testprocedure voor het meten van lekkagewaarden of op 1 januari 2007, al naar gelang van welke datum later valt, verlenen de lidstaten geen EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring meer voor een voertuigtype met een klimaatregelingssysteem dat ontworpen is om gefluoreerde broeikasgassen te bevatten met een aardopwarmingsvermogen van meer dan 150, tenzij de lekkagewaarden voor een dergelijk systeem met één verdamper niet meer dan 40 g gefluoreerde broeikasgassen per jaar en voor een dergelijk systeem met twee verdampers niet meer dan 60 g gefluoreerde broeikasgassen per jaar bedragen.
3.
24 maanden na de datum van vaststelling van een geharmoniseerde testprocedure voor het meten van lekkagewaarden of op 1 januari 2008, al naar gelang van welke datum later valt, nemen de lidstaten de volgende maatregelen ten aanzien van nieuwe voertuigen met een klimaatregelingssysteem dat ontworpen is om gefluoreerde broeikasgassen te bevatten met een aardopwarmingsvermogen van meer dan 150, tenzij de lekkagewaarden voor een dergelijk systeem met één verdamper niet meer dan 40 g gefluoreerde broeikasgassen per jaar en voor een dergelijk systeem met twee verdampers niet meer dan 60 g gefluoreerde broeikasgassen per jaar bedragen:
- a)
certificaten van overeenstemming worden niet langer als geldig beschouwd wat betreft artikel 7, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG, en
- b)
registratie wordt geweigerd en verkoop en ingebruikneming worden verboden.
4.
Met ingang van 1 januari 2011 mogen de lidstaten geen EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring meer verlenen voor een voertuigtype met een klimaatregelingssysteem dat ontworpen is om gefluoreerde broeikasgassen te bevatten met een aardopwarmingsvermogen van meer dan 150.
5.
Met ingang van 1 januari 2017 nemen de lidstaten ten aanzien van nieuwe voertuigen met een klimaatregelingssysteem dat ontworpen is om gefluoreerde broeikasgassen te bevatten met een aardopwarmingsvermogen van meer dan 150, de volgende maatregelen:
- a)
certificaten van overeenstemming worden niet langer als geldig beschouwd wat betreft artikel 7, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG, en
- b)
registratie wordt geweigerd en verkoop en ingebruikneming worden verboden.
6.
Onverminderd de relevante bepalingen van het Gemeenschapsrecht, met name de communautaire regels over staatssteun en Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij(1), kunnen lidstaten het op de markt brengen van producten en apparatuur bevorderen die gebruikmaken van alternatieven voor gassen met een hoog aardopwarmingsvermogen en die efficiënt en innovatief zijn en de gevolgen voor het klimaat verder beperken.
Voetnoten
PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.