Rb. Midden-Nederland, 24-12-2014, nr. C/16/363213 / HL ZA 14-56
ECLI:NL:RBMNE:2014:7198
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
24-12-2014
- Zaaknummer
C/16/363213 / HL ZA 14-56
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2014:7198, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 24‑12‑2014; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 24‑12‑2014
Inhoudsindicatie
Auteursrecht. De verhaallijn van boek 1 en boek 2, de situering in tijd (het heden) en plaats (een welgesteld dorp), de karakters, de voortgang in de verwikkelingen, de plot en de climax, vertonen alles in onderling verband en samenhang beschouwd en mede in aanmerking genomen het hier aan de orde zijnde genre, gelijkenis. Deze gelijkenis wordt gevormd door het feit dat in boek 2 een deel van de 29 door eiseressen aangevoerde elementen eveneens voorkomt. Dát er gelijkenis bestaat tussen boek 1 en boek 2 leidt nog niet tot de conclusie dat boek 2 inbreuk maakt. Voor een auteursrechtelijke inbreuk in een geval als het onderhavige, is nodig dat het verhaal van boek 2 in zodanige mate de auteursrechtelijke beschermde trekken van het verhaal van boek 1 vertoont, dat de indrukken die beide boeken maken te weinig verschillen voor het oordeel dat boek 2 als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt. De rechtbank is van oordeel dat het verhaal boek 2 voor wat betreft de auteursrechtelijke trekken in zodanige mate afwijkt van boek 1, dat niet van een auteursrechtelijke inbreuk gesproken kan worden. Dit oordeel is mede gebaseerd op de verschillen tussen boek 1 en boek 2.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/363213 / HL ZA 14-56
Vonnis van 24 december 2014
in de zaak van
1. [eiseres sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMBO/ANTHOS UITGEVERS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseressen in conventie, verweersters in reconventie,
advocaat mr. Ch.E. Koster te Amsterdam,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UITGEVERIJ DE COMPAGNIE B.V.,
gevestigd te Laren,
gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie,
advocaat mr. A.P. Groen te Amsterdam.
Eiseressen in conventie zullen hierna [eiseres sub 1], Ambo/Anthos en gezamenlijk [eiseressen c.s.] genoemd worden. Gedaagden in conventie zullen hierna [gedaagde sub 1], De Compagnie en gezamenlijk [gedaagden c.s.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het tussenvonnis van 30 april 2014
- -
het proces-verbaal van comparitie van 20 oktober 2014.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
In conventie en reconventie
2.1.
[eiseres sub 1] is schrijfster van boeken. Zij is auteur van “[boek 1]”. Andere boeken van haar hand zijn “[boek 2]”, “[boek 3]”, “[boek 4]” en “[boek 5]”.
2.2.
De boeken van [eiseres sub 1] worden sinds 2003 uitgegeven door Ambo/Anthos. [boek 1] is in 2004 op de markt verschenen. Inmiddels zijn er meer dan 580.000 exemplaren van dit boek verkocht. [boek 1] is in 2010 verfilmd.
2.3.
[gedaagde sub 1] is schrijfster van “[boek 6]”. Dit boek is in september 2013 uitgegeven door De Compagnie.
2.4.
In november 2013 is het boek “[boek 7]” op de markt gebracht door Ambo/Anthos. [boek 7] is eveneens geschreven door [eiseres sub 1] en geldt als de opvolger van [boek 1].
2.5.
Op de achterzijde van [boek 6] is een citaat van een andere schrijfster opgenomen. Dit citaat luidt: “Leuk, herkenbaar boek. Een soort Gooische Vrouwen meets [boek 1]”.
3. Het geschil
in conventie
3.1.
[eiseressen c.s.] vordert samengevat – als volgt:
- a.
voor recht te verklaren dat [gedaagden c.s.] inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van [eiseressen c.s.] op de [boek 1], althans anderszins onrechtmatig heeft gehandeld;
- b.
Primair: [gedaagden c.s.] te bevelen om de exploitatie van [boek 6] te staken en gestaakt te houden; Subsidiair: [gedaagden c.s.] te bevelen om de exploitatie van [boek 6] te staken en gestaakt te houden, waarbij het [gedaagden c.s.] is toegestaan om de elementen genoemd in punt 21 van de dagvaarding in [boek 6] te wijzigen zodanig dat niet langer sprake is van inbreukmakende elementen en deze wijzigingen op te nemen in de eerstvolgende herdruk, alsmede om iedere verwijzing naar [boek 1] te verwijderen en verwijderd te houden. Meer subsidiair: [gedaagden c.s.] te bevelen om de exploitatie van [boek 6] te staken en gestaakt te houden indien en voorzover de exploitatie niet wordt voorzien van een inlegvel of begeleidende rectificatietekst, met een inhoud zoals opgenomen in het petitum van de dagvaarding of zoals door de rechtbank bepaald, alsmede om iedere verwijzing naar [boek 1] te verwijderen en verwijderd te houden;
- c.
[gedaagden c.s.] te gelasten om op eigen kosten, onder overlegging van kopieën van alle relevante bescheiden, een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte, gespecificeerde opgave te verstrekken van:
- naam, adres- en contactgegevens van de producent(en), leverancier(s), distributeur(s) en/of afnemer(s) (niet zijnde consumenten) van [boek 6];
- aantallen van alle verkochte, gedrukte, geproduceerde, retourgenomen, verzonden, in voorraad gehouden en anderszins verhandelde exemplaren van [boek 6];
- genoten winsten, gegenereerde opbrengsten en de totale kosten die gemoeid zijn geweest met het vervaardigen en exploiteren van [boek 6];
- (voorgenomen) overeenkomsten met derden die zien op de directe of indirecte exploitatie van [boek 6], als ebook, luisterboek, dan wel anderszins, zoals middels verfilming of opvoering als theaterstuk;
- alle verdere informatie die relevant is of kan zijn terzake de exploitatie van [boek 6];
d) [gedaagden c.s.] te gelasten om de volledige restvoorraad van exemplaren van [boek 6] aan [eiseressen c.s.] af te geven;
e) [gedaagden c.s.] te gelasten haar professionele afnemers en distributeurs aan te schrijven per aangetekende post en email, voorzien van een kopie van het vonnis, met het verzoek om alle exemplaren van [boek 6] die zij voorhanden hebben te retourneren en [gedaagden c.s.] te gelasten deze exemplaren onverwijld en op eigen kosten bij de advocaat van [eiseressen c.s.] af te leveren;
f) [gedaagden c.s.] te gelasten om een rectificatie te publiceren op de voorpagina van een landelijk dagblad en gedurende twintig dagen op de eigen website van [gedaagden c.s.], met een tekst zoals in het petitum opgenomen;
g) [gedaagden c.s.] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 25.000,-- met een maximum van € 1.000.000,-- voor iedere keer dat [gedaagden c.s.] niet, niet tijdig of niet geheel voldoet aan het onder b, c, d, e en/of f gevorderde;
h) [gedaagden c.s.] te veroordelen tot vergoeding aan [eiseressen c.s.] van de door haar geleden schade als gevolg van het inbreukmakend en onrechtmatig handelen van [gedaagden c.s.], nader op te maken bij staat;
i. i) [gedaagden c.s.] te veroordelen in de volledige (buiten)gerechtelijke kosten ex artikel 1019h Rv., danwel een door de rechtbank te bepalen bedrag en tevens te veroordelen in de volledige kosten, inclusief nakosten, van deze procedure, met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding.
3.2.
Aan haar vorderingen legt [eiseressen c.s.] het volgende ten grondslag. [boek 1] is een van de populairste Nederlandstalige boeken van het afgelopen decenium. [boek 1] heeft aanleiding gegeven voor de hype rondom rijke leefgemeenschappen, met als bekende exponent de televisieserie (en film) “Gooische Vrouwen”. [eiseres sub 1] was als adviseur betrokken bij de ontwikkeling van deze serie.
3.3.
De verhaallijn van [boek 1], evenals de afzonderlijke onderdelen daarvan, zijn auteursrechtelijk beschermd. [eiseres sub 1] heeft bepaalde elementen, soms uit het publieke domein, soms door haar verzonnen, in [boek 1] een eigen plaats in de verwikkeling van het verhaal gegeven, als gevolg waarvan een bijzondere samenhang van die elementen tot stand is gekomen. Deze verzameling van elementen is oorspronkelijk en heeft een eigen persoonlijk karakter, waardoor er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk.
3.4.
[gedaagden c.s.] maakt volgens [eiseressen c.s.] met het op de markt brengen van [boek 6] inbreuk op haar auteursrechten. [boek 6] bevat namelijk veel elementen die overgenomen zijn uit de [boek 1]. [eiseressen c.s.] wijst op de volgende overeenkomsten:
a. a) overeenkomende beroepen (Michel en Marcus zijn televisieproducent; Hanneke en Amanda zijn binnenhuisarchitect)
b) het decor: een chic dorp niet ver van Amsterdam en een huis dat wordt verbouwd of gerestyled met woonkeuken;
c) het kwijtraken van vrienden na de verhuizing, eenzaamheid in het dorp en moeilijk contact kunnen maken met andere moeders;
d) dorpsbewoners die rondrijden in grote dure (terrein)wagens en dames die enorme zonnebrillen dragen;
e) kenmerkend voor de eenzaamheid: situatie op schoolplein;
f) (quasi)spontaan aan de witte wijn bij eerste ontmoeting nieuwe vriendin;
g) hoofdpersoon wordt door nieuwe vriendin geïntroduceerd bij haar vriendinnen, bij de nieuwe vriendin thuis;
h) twijfel over wat aan te trekken bij eerste feestje nieuwe vriendin. Uitkomst: een eenvoudig zwart jurkje;
i. i) bij aankomst op eerste feestje nieuwe vriendin het gevoel underdressed te zijn en onder de indruk raken van het huis;
j) hoofdpersoon maakt opmerking over werken die verkeerd valt bij de vrouwen in het vriendengroepje die niet werken;
k) onder aanvoering van nieuwe beste vriendin gaat hoofdpersoon ineens duur shoppen en geeft daarbij veel meer geld uit dan voorheen, wat haar een onprettig gevoel geeft;
l) eerste ontmoeting hoofdpersoon met “foute man”: aantrekkelijk maar te knap op een gladde manier; nonchalant haar; jongensachtige uitstraling; zelfspot;
m) hoofdpersoon wordt door “foute man” verleid tot ongeremd dansen, wat veel in haar los maakt. Ze voelt in de rest van het verhaal de grote verleiding die van de “foute man” uitgaat; hij laat haar niet los. Ze voelt zich schuldig ten opzichte van haar eigen brave echtgenoot, maar bezwijkt toch voor de verleiding;
n) als hoofdpersoon stiekem seks heeft met de “foute man”, schiet het door haar heen dat ze gewoon zou doorgaan als haar echtgenoot zou binnenkomen;
o) de echtgenoot van het hoofdpersonage wil zakelijk in zee met de “foute man”;
p) de echtgenoot van het hoofdpersonage is aangetrokken door het charisma en succes van de “foute man”; dat wil hij ook wel;
q) de hoofdpersoon is sceptisch over zakelijke relatie/plannen met “foute man”.
r) echtgenoot hoofdpersoon raakt desondanks toch betrokken, ook met privé-bezit, bij de zaken van de “foute man”. De onderneming dreigt uiteindelijk mis te gaan. Het bezit van de hoofdpersoon dreigt in de ondergang meegesleurd te worden;
s) opleidingsniveau foute man is laag: mavo;
t) de beste vriendin van de hoofdpersoon doet zich voor als heilig boontje wat betreft vreemdgaan, terwijl zij zelf ontrouw is en stiekem het bed deelt met de “foute man” in het verhaal, door wie de hoofdpersoon zich ook heeft laten verleiden.
u) eerder heeft de beste vriendin een slippertje gehad met een andere man uit het groepje;
v) een van de andere dames heeft ook al eens een affaire gehad met een andere echtgenoot uit het groepje;
w) één van de vrienden uit het groepje belandt in een psychiatrische inrichting en wordt door de rest steeds minder bezocht;
x) de nieuwe beste vriendin heeft hoofdpersonage zien zoenen met de “foute man” en waarschuwt dat ze haar huwelijk niet op het spel moet zetten;
y) de nieuwe beste vriendin blijkt uiteindelijk een gestoorde figuur die eigenhandig een vriendin uit het groepje uit de weg heeft geruimd. Aanvankelijk leek de dood veroorzaakt door een ongeval;
z) de hoofdpersoon is verbijsterd door het onverwachte nieuws van de verongelukte vriendin en zoekt haar op in het ziekenhuis. Het slachtoffer ligt in coma en overlijdt uiteindelijk.
aa) de nieuwe beste vriendin / gestoorde moordenares biecht de misdaad aan het einde op in een moment van gekte, als ze op het punt staat de hoofdpersoon te vermoorden.
bb) in het slothoofdstuk lijkt het huwelijk tussen hoofdpersoon en haar man gered.
3.5.
Volgens [eiseressen c.s.] zijn de hierbovengenoemde 29 elementen ieder voor zich auteursrechtelijk beschermd en wordt daarop door [gedaagden c.s.] inbreuk gemaakt. Daarnaast maakt [gedaagden c.s.] ook inbreuk op de 29 elementen in onderling verband en samenhang beschouwd en gelet op het feit dat het om boeken in hetzelfde genre gaat en gericht is op hetzelfde lezerspubliek, aangezien de indruk die [boek 6] achtelaat in té veel essentiële aspecten gelijk is aan die van [boek 1].
3.6.
[eiseressen c.s.] wijst ook nog op het citaat dat is afgedrukt op de achterkant van [boek 6], hetgeen volgens haar aantoont dat [gedaagden c.s.] bewust aanhaakt bij de populariteit van [eiseres sub 1] en [boek 1], hetgeen volgens [eiseressen c.s.] in de markt ook is opgemerkt.
3.7.
Verder voert [eiseressen c.s.] aan dat, indien [boek 1] geen auteursrechtelijk beschermd werk zou zijn, [gedaagden c.s.] slaafs heeft nagebootst door (1) veel kenmerkende elementen van [boek 1] te hebben overgenomen in [boek 6], (2) zij de mogelijkheid had om ander keuzes te maken, (3) zij stelselmatig heeft aangehaakt bij de populariteit en bekendheid van [boek 1], (4) [boek 1] een eigen plaats inneemt op de Nederlandse boekenmarkt en (5) er verwarring bestaat bij afnemers en consumenten omtrent de (verhaallijn in de) boeken en de schrijvers waardoor [eiseressen c.s.] schade lijdt.
3.8.
[gedaagden c.s.] voert verweer. Zij stelt dat [boek 6] en [boek 1] andere boeken zijn omdat er sprake is van andere hoofdpersonen en karakters, een ander plot, een andere verhaallijn en dat de boeken gaan over andere gebeurtenissen. Er is geen tekstuele overeenstemming.
3.9.
De overeenkomsten in de boeken komen voort uit het opnemen van voor de hand liggende kenmerken van het Gooi en abstracte ideeën en wendingen die gebruikelijk zijn in vrouwenthrillers. Deze ideeën en wendingen zijn overigens in beide boeken op geheel eigen wijze vormgegeven en ingebed in een grote hoeveelheid verschillende andere ideeën en wendingen die niet overlappen.
3.10.
Volgens [gedaagden c.s.] claimt [eiseressen c.s.] ten onrechte auteursrechtelijke bescherming op abstracte, niet oorspronkelijke en/of banale elementen uit de [boek 1]. De overeenkomsten die [eiseressen c.s.] in de dagvaarding aanvoert, zijn volgens [gedaagden c.s.] voor de hand liggende elementen en dus niet origineel:
- tekstuele, alledaagse en veelvoorkomende elementen, zoals mannen met het beroep “televisieproducent”, vrouwen die “binnenhuisarchitect” zijn en een man met “mavo-niveau”;
- stereotypen, vooroordelen en misverstanden met betrekking tot welvarende regio’s, zoals dure (terrein)wagens, luxe huizen, dames die niet werken en veel geld uitgeven aan hun uiterlijk, dames met enorme zonnebrillen, witte wijn bij de lunch, eenzaamheid, vreemdgaan/affaires;
- elementen waar veel vrouwen geïnteresseerd in zijn of waarin zij zichzelf kunnen herkennen, zoals een grote woon/leefkeuken; (een eenzaam gevoel op) het schoolplein; een zwart jurkje; aantrekkelijke mannen met een nonchalante, jongensachtige uitstraling en zelfspot; de gedachte aan het verleid worden door een “foute man” (ondanks het hebben van een echtgenoot) en vervolgens betrapt worden; schijnheilige vriendinnen/kennissen;
- elementen/verwikkelingen die in vrijwel alle thrillers voorkomen omdat ze spanning opwekken, zoals: iemands opname in een psychiatrische inrichting; huichelarij; oplichting; fraude; penibele zakelijk-financiële situatie; bedrog; (plotselinge) moorden;
- elementen/verwikkelingen die in vele andere (vrouwen)boeken voorkomen, zoals verhaallijnen waarin: een gezin verhuist naar een nieuw dorp, de vrouw zich eenzaam voelt, moeilijk contact kan leggen met andere inwoners en geïntroduceerd wordt in een (vrienden)groep; vrouwen/vriendinnen jaloers op elkaar zijn en elkaar proberen zwart te maken; een vrouw verliefd wordt op/een affaire krijgt met een andere man; uiteindelijk alles opbiecht; en uiteindelijk alles (of deels) goed komt.
3.11.
Verder wijst [gedaagden c.s.] op andere boeken, tv-series en films waarin elementen voorkomen waarop door [eiseressen c.s.] auteursrechtelijke bescherming wordt geclaimd. De elementen waarop [eiseressen c.s.] auteursrechtelijke bescherming claimt, zijn al veelvuldig gebruikt en niet (meer) origineel.
3.12.
Ten aanzien van de door [eiseressen c.s.] geclaimde auteursrechtelijke bescherming van de door haar aangevoerde elementen in onderlinge samenhang beschouwd, stelt [gedaagden c.s.] dat de aangevoerde elementen onvoldoende zijn uitgewerkt en dat veel elementen die wel onderdeel uitmaken van [boek 1] buiten beschouwing worden gelaten. De elementen die [eiseressen c.s.] aanvoert vormen een willekeurige combinatie van losse geabstraheerde elementen die is samengesteld op basis van gezochte paralellen met [boek 6]. Aan een dergelijke verzameling komt geen auteursrechtelijke bescherming toe, aldus [gedaagden c.s.]. Voort stelt [gedaagden c.s.] dat de totaalindrukken van beide boeken niet overeenstemmen. In dit kader wijst zij onder meer op de verschillen tussen [boek 6] en [boek 1].
3.13.
[gedaagden c.s.] stelt dat de verwijzing naar [boek 1] ter promotie van [boek 6], in de boekenbranche gebruikelijk is en daardoor niet onrechtmatig. [gedaagden c.s.] betwist eveneens dat er sprake zou zijn van slaafse nabootsing.
3.14.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
3.15.
Onder de voorwaarde dat enige vordering van [eiseressen c.s.] in conventie wordt toegewezen, vordert [gedaagden c.s.] samengevat – het volgende:
- a.
voor recht te verklaren dat [eiseressen c.s.] schadeplichtig is jegens De Compagnie door het in de handel brengen van [boek 7];
- b.
[eiseressen c.s.] te gelasten iedere vorm van exploitatie van [boek 7] te staken en gestaakt te houden;
- c.
[eiseressen c.s.] te gelasten om op eigen kosten, onder overlegging van kopieën van alle relevante bescheiden, een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte, gespecificeerde opgave te verstrekken van:
- aantallen van alle verkochte, gedrukte, geproduceerde, retourgenomen, verzonden, en anderszins verhandelde exemplaren van [boek 7];
- genoten winsten, gegenereerde opbrengsten en de totale kosten die gemoeid zijn geweest met het vervaardigen en exploiteren van [boek 7];
- (voorgenomen) overeenkomsten met derden die zien op de directe of indirecte exploitatie van [boek 7], als ebook, luisterboek, dan wel anderszins, zoals middels verfilming of opvoering als theaterstuk;
[eiseressen c.s.] te gelasten om een rectificatie te publiceren op de voorpagina van een landelijk dagblad en gedurende twintig dagen op de eigen website van [eiseressen c.s.], met een tekst zoals in het petitum opgenomen;
[eiseressen c.s.] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 25.000,-- met een maximum van € 1.000.000,-- voor iedere keer dat [eiseressen c.s.] niet, niet tijdig of niet geheel voldoet aan het onder b, c en d gevorderde;
[eiseressen c.s.] te veroordelen tot vergoeding aan De Compagnie van de door haar geleden schade, als gevolg van het handelen van [eiseressen c.s.], nader op te maken bij staat;
[eiseressen c.s.] te veroordelen in de kosten van het geding.
3.16.
Ter onderbouwing van haar voorwaardelijke vordering voert [gedaagden c.s.] het volgende aan. [boek 6] is op de markt verschenen in september 2013. Enkele maanden later hebben [eiseressen c.s.] [boek 7] op de markt gebracht. De overeenstemmingen tussen [boek 7] en [boek 6] zijn talrijk. Beide boeken leveren dezelfde indruk op. Indien in conventie wordt geoordeeld dat de overeenstemmingen tussen [boek 6] en [boek 1] ontoelaatbaar zijn, dan valt niet in te zien dat de overeenstemmingen tussen [boek 7] en [boek 6] wel toelaatbaar zijn.
3.17.
[eiseressen c.s.] voert verweer. Zij stelt dat het finale manuscript van [boek 7] al klaar was in augustus 2013, derhalve vóórdat [boek 6] op de markt verscheen. [eiseres sub 1] heeft derhalve niets kunnen overnemen uit [boek 6]. Voorts voert [eiseressen c.s.] aan dat [boek 7] het vervolg is van [boek 1]. Veel elementen die voorkomen in [boek 7] kwamen ook al voor in [boek 1]. De overeenkomsten die [gedaagden c.s.] ziet in [boek 6] en [boek 7] zijn te verklaren omdat [gedaagden c.s.] in [boek 6] veel elementen uit [boek 1] heeft overgenomen.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
Juridisch kader
4.1.
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt (HR 30 mei 2008, LJN BC2153). Het Hof van Justitie EU heeft de maatstaf aldus geformuleerd dat het moet gaan om een eigen intellectuele schepping van de auteur van het werk (HvJEU 16 juli 2009, nr C-5/08, LJN BJ3749). De eis dat het werk het persoonlijk stempel van de maker moet dragen, betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest (HR 30 mei 2008, LJN BC2153).
4.2.
Het auteursrechtelijk werkbegrip vindt haar begrenzing waar het eigen, oorspronkelijk karakter enkel datgene betreft wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect. Daarbuiten valt ook al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt te aan te wijzen (HR 30 mei 2008, LJN BC2153).
4.3.
De Hoge Raad heeft in de zaak Stokke/Fikzo (HR 12 april 2013 LJN BY1532) – voor zover hier van belang – het volgende voorop gesteld: voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp dient beoordeeld te worden in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreuk makende werk en het beweerdelijk bewerkte of nagebootste werk overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van laatstbedoeld werk zijn daarbij bepalend, met dien verstande dat ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen, een (oorspronkelijk) werk kan zijn in de zin van de Auteurswet, mits die selectie het persoonlijk stempel van de maker draagt. Bij de vergelijking van de totaalindrukken dienen dus ook onbeschermde elementen in aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de "werktoets" beantwoordt.
4.4.
Voorts heeft de Hoge Raad in het arrest Stokke/Fikzo overwogen dat het betoog, dat bij de beoordeling van de auteursrechtelijke inbreukvraag nadruk dient te liggen op de punten van overeenstemming en niet op de punten van verschil, uitgaat van een onjuiste rechtsopvatting.
[boek 1] auteursrechtelijk beschermd?
4.5.
Allereerst dient de vraag beantwoord te worden of [boek 1] auteursrechtelijk wordt beschermd. [eiseressen c.s.] heeft gesteld dat aan het verhaal van haar boek ([boek 1]) auteursrechtelijke bescherming toekomt. Daarnaast heeft [eiseressen c.s.] gesteld dat óók alle 29 elementen die zij in de dagvaarding heeft benoemd, ieder voor zich en afzonderlijk beschouwd, voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen.
4.6.
[eiseressen c.s.] heeft de stelling dat sprake is van auteursrechtelijke bescherming van het verhaal én van de 29 elementen afzonderlijk, onderbouwd door de overlegging van het boek [boek 1] in samenhang met de 29 elementen die [eiseressen c.s.] in de dagvaarding heeft beschreven, onder verwijzing naar de relevante pagina’s in het boek [boek 1], waaruit blijkt op welke wijze deze elementen zijn uitgewerkt.
4.7.
[eiseressen c.s.] heeft niet gesteld dat [gedaagden c.s.] teksten van [boek 1] heeft overgenomen. Daarvan is de rechtbank ook niet gebleken. Deze grondslag behoeft dan ook geen bespreking.
4.8.
[gedaagden c.s.] heeft de auteursrechtelijke aanspraken van [eiseressen c.s.] op het verhaal van [boek 1] niet gemotiveerd bestreden. Wél heeft zij betoogd dat de 29 elementen waarvan [eiseressen c.s.] stelt die die ieder voor zich eveneens auteursrechtelijk beschermd zijn en die door [gedaagde sub 1] zouden zijn overgenomen, niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen.
4.9.
De rechtbank oordeelt als volgt. Nu [eiseressen c.s.] nadrukkelijk stelt dat alle door haar aangevoerde 29 elementen afzonderlijk, dat wil zeggen stuk voor stuk, voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen én dat [gedaagden c.s.] op ieder afzonderlijk element inbreuk maakt, zal de rechtbank allereerst bespreken óf de door [eiseressen c.s.] aangevoerde elementen auteursrechtelijk zijn beschermd en zo ja, of [gedaagden c.s.] daarop inbreuk maakt. Daarna zal de rechtbank de vraag behandelen of er sprake is van auteursrechtelijke inbreuk op het boek ([boek 1]) als geheel.
De 29 elementen afzonderlijk beschouwd
4.10.
Hieronder zal de rechtbank de verschillende 29 elementen afzonderlijk beoordelen op auteursrechtelijke bescherming, mede in het licht van de bezwaren die [gedaagden c.s.] daartegen heeft ingebracht. De rechtbank zal bij deze beoordeling tevens aangeven op welke wijze ieder element in [boek 1] respectievelijk [boek 6] is uitgewerkt.
a. a) In [boek 1] is Michel, de man van de hoofdpersoon Karen, televisieproducent. In [boek 6] is Marcus, de man van de tegenspeelster Amanda, televisieproducent.
De gedachte om één van de hoofrolspellers in het verhaal het beroep van televisieproducent te geven, is op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd aangezien dit, zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft gesteld, vaker voorkomt in boeken en niet getuigt van een scheppende en creatieve arbeid.
In [boek 1] is Hanneke, de eerste (en beste) vriendin van Karen, binnenhuisarchitecte. In [boek 6] is Jessica, de hoofdpersoon, binnenhuisarchitecte.
Ook hier geldt dat het enkele idee om één van de hoofdpersonen binnenhuisarchitect te laten zijn, niet auteursrechtelijk wordt beschermd. Zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft gesteld komt dit in boeken vaker voor en is een dergelijke keuze voor een personage in een rijke leefgemeenschap, waarin beide boeken zich afspelen, onvoldoende creatief. Daarnaast wordt opgemerkt dat dit element in beide boeken anders is uitgewerkt. Het gegeven dat Hanneke binnenhuisarchitecte is, speelt in [boek 1] een geringe rol van betekenis. In [boek 6] vervult het beroep van Jessica wél een belangrijke rol. Jessica wordt door Amanda gevraagd haar huis op Ibiza in te richten, hetgeen – naar later in het verhaal blijkt – een middel van Amanda is om haar hogere doel te bereiken, namelijk het verkrijgen van financiering van de bank waarvan Victor, de man van Jessica, directeur is.
b) [boek 1] spelt zich af in Bergen. [boek 6] spelt zich af in Blaricum.
De keuze om een verhaal af te laten spelen in een welgesteld dorp niet ver van Amsterdam, is op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd aangezien een dergelijke keuze, zoals [gedaagde sub 1] onbetwist heeft gesteld, vaker voorkomt en niet gezien kan worden als het resultaat van een creatieve schepping. Dat in beide verhalen het nieuwe huis wordt verbouwd en dat daarin een grote woonkeuken voorkomt, komt ook in andere boeken voor, zoals door [gedaagde sub 1] onbetwist is gesteld, en is te basaal om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.
c) Het kwijtraken van vrienden na een verhuizing, het eenzaam voelen in de nieuwe woonomgeving en het moeilijk contact maken met moeders van andere kinderen, doet zich voor in [boek 1] alsook in [boek 6].
Dit element komt echter niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking aangezien dit een voor de hand liggend en aan de realiteit ontleend element is, waarvoor geen creatieve schepping is vereist.
d) In [boek 1] als ook [boek 6] wordt gesproken over dorpsbewoners die rondrijden in grote, dure (terrein)wagens en dames die enorme zonnebrillen dragen.
Deze beschrijvingen komen op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking aangezien deze zoals [gedaagden c.s.] onweersproken heeft gesteld eerder zijn gebruikt in boeken en het voor de hand liggende elementen zijn in een rijke leefgemeenschap, waarvoor geen creatieve schepping is vereist.
e) In de [boek 1] wordt de eenzaamheid van de hoofdpersoon beschreven bij het van school halen van de kinderen. In [boek 6] wordt een vergelijkbare eenzaamheid op het schoolplein beschreven.
Ook aan dit element komt op zichzelf geen auteursrechtelijke bescherming toe, aangezien dit een voor de hand liggend en basaal element is voor personen die zijn verhuisd en nog geen vrienden hebben in hun nieuwe woonomgeving.
f) In [boek 1] drinkt Karen tijdens de eerste ontmoeting met Hanneke een fles Chablis. In [boek 6] drinkt Jessica tijdens de eerste ontmoeting met Hanneke een glas witte wijn. Het feit dat tijdens een eerste ontmoeting witte wijn wordt gedronken komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat dit zoals [gedaagden c.s.] onweersproken heeft gesteld vaker voorkomt in boeken en niet getuigt van oorspronkelijk uiting van de creatieve vrijheid van de schrijver. Daarnaast geldt dat dit element in [boek 1] anders is uitgewerkt. Karen had de fles Chablis al klaar gezet omdat zij Hanneke een glas wijn wilde aanbieden om zodoende met haar contact te maken. Het aanbieden van het glas wijn was derhalve niet spontaan, maar gepland. Bovendien drinken de vrouwen de fles Chablis op en ontkurken een tweede fles. In de dronken toestand waarin beide vrouwen komen te verkeren ontstaat het idee van het oprichten van een eetclub. In [boek 6] blijft het drinken van een glas wijn een detail dat verder niet wordt uitgewerkt en geen rol van betekenis speelt.
g) In zowel [boek 1] als [boek 6] wordt de hoofdpersoon uitgenodigd voor een etentje bij de nieuwe vriendin thuis en geïntroduceerd bij enkele van haar vrienden.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend en basaal is en niet het resultaat is van een creatieve schepping. Daarnaast wordt dit element in beide boeken volstrekt anders uitgewerkt. In [boek 1] gaat het om een gewoon etentje met drie vriendinnen van Hanneke. In [boek 6] gaat het om een indrukwekkend kerstdiner bij Amanda en Marcus inclusief optredens, een beroemde dj, een kok uit Thailand en meer dan 50 personen waaronder bekende Nederlanders.
h) Ook aan het gegeven dat de hoofdpersoon een zwart jurkje aantrekt voor het etentje bij Hanneke ([boek 1]) resp. het kerstdiner ([boek 6]) komt op zichzelf geen auteursrechtelijke bescherming toe. Zoals [gedaagden c.s.] onweersproken heeft gesteld komt dit element vaker voor in boeken en ligt de keuze voor een zwart jurkje dermate voor de hand dat daaraan onvoldoende creatieve schepping ten grondslag ligt. Daarbij valt op dat dit element in beide boeken anders wordt uitgewerkt. In [boek 1] kiest Karen voor een “eenvoudig” zwart jurkje met daaroverheen een vestje. In [boek 6] trekt Jessica een “peperduur” zwart jurkje aan op suggestie van haar man Victor omdat zij door haar onzekerheid geen keuze kan maken.
i. i) In beide boeken komt naar voren dat de hoofdpersoon zich bij het eerste etentje “underdressed” voelt en dat zij onder de indruk is van het huis van de gastvrouw.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat Karen (in de [boek 1]) zich underdressed voelt tegenover de sexy en modern geklede Hanneke. In [boek 6] voelt Jessica zich “erg gewoontjes” ten opzichte van de prachtige veelkleurige zijden tuniek van Amanda en haar saffieren oorbellen. De uitwerking is derhalve anders. Dat geldt ook voor het onder de indruk raken van het huis. Karen raakt in [boek 1] onder de indruk van de minimalistische vormgeving van de woning van Hanneke, terwijl Jessica in [boek 6] onder de indruk raakt van alle pracht en praal in en rondom de gedecoreerde woning van Amanda (nepsneeuw, fakkels, een a capella koor, meisjes verkleed als engeltjes, een kroonluchter met mistletoe en twee kerstbomen met goud en zilver behangen). Ook hier is er sprake van een andere uitwerking.
j) In [boek 1] maakt Karen een opmerking over het feit dat werken ook leuk kan zijn en dat zij financieel niet afhankelijk wil zijn van haar man. Dat deze opmerking verkeerd zou vallen bij de vrouwen in het groepje die niet werken - zoals door [eiseressen c.s.] gesteld -, is de rechtbank na lezing van de betreffende passage niet gebleken. De overeenstemming tussen de boeken is derhalve beperkt tot het gegeven dat er een opmerking wordt gemaakt over werken tijdens een samenzijn van vriendinnen die niet allemaal werken. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend en basaal is.
k) In beide boeken gaat de hoofdpersoon onder aanvoering van de nieuwe vriendin ineens dure kleding kopen, hetgeen haar een ongemakkelijk gevoel geeft. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
l) In [boek 1] wordt de “foute man” (Simon) beschreven als: aantrekkelijk, maar niet omdat hij zo mooi is; met te gemaakt nonchalant zwart haar; jongensachtig; bewust van zijn mannelijkheid zoals alleen jongens van achttien dat kunnen; ingenomen met zichzelf zonder dat dat irritant is; zijn grijns leek de spot te drijven met wie hij was; alsof hij iedereen uitlachte die hem serieus nam. In [boek 6] wordt de “foute man” (Daniel) beschreven als: aantrekkelijk met groene ogen en donkere wimpers; met donker haar dat nonchalant valt; onderhoudend; jongensachtige charme en met zelfspot. [gedaagden c.s.] heeft gemotiveerd aangevoerd dat de omschrijving van de “foute man “in [boek 1] vaker in boeken voorkomt; [eiseressen c.s.] heeft deze stelling niet gemotiveerd betwist zodat van de juistheid daarvan moet worden uitgegaan. Dit betekent dat aan de beschrijving van de “foute man” in [boek 1] geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Daarnaast valt op dat de omschrijving van de “foute man” in [boek 6] deels anders is uitgewerkt.
m) In beide boeken wordt de hoofdpersoon op een feest ten dans gevraagd door de “foute man”, wat veel in haar losmaakt. Zij voelt in de rest van het verhaal de grote verleiding die van de “foute man” uitgaat. Hij laat haar niet meer los. De hoofdpersoon voelt zich schuldig ten opzichte van haar eigen brave echtgenoot, maar bezwijkt toch voor de verleiding.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en onvoldoende getuigt van een eigen intellectuele schepping, en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd, vaker in boeken voorkomt.
n) In [boek 1] heeft de hoofdpersoon Karen seks met de “foute man” en schiet het door haar heen dat ze gewoon door zou zijn gegaan als haar man zou zijn binnengekomen.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het weinig creatief is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat de uitwerking van dit element in [boek 6] anders is. Daarin bedenkt Jessica zich dat ze het niet eens gemerkt zou hebben als haar man, tijdens de eerste vrijpartij met Daniël, binnen was gekomen.
o) In [boek 1] wil Michel (de man van de hoofdpersoon) zakelijk in zee gaan met de ondernemende Simon.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het triviaal en voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Verder verdient hier opmerking dat dit element in [boek 6] anders is uitgewerkt. In [boek 1] wil Michel financiering van en zakelijk in zee gaan met de succesvolle ondernemer en investeerder Simon (tevens de “foute man” die met zijn vrouw flirt). In [boek 6] werkt Victor, de man van Jessica, er als bankdirecteur aan mee dat de ogenschijnlijk succesvolle tv producent Marcus, een financiering van de bank krijgt. Marcus is niet degene die met zijn vrouw flirt.
p) In [boek 1] voelt Michel, de man van de hoofdpersoon, zich aangetrokken tot Simon vanwege zijn charisma en succes in het zaken doen. Een vergelijkbare situatie doet zich voor in [boek 6]: Victor raakt onder de indruk van Marcus.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het niet getuigt van een originele creatie en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
q) In [boek 1] plaats Karen een kritische opmerking over de zakelijke plannen van haar man met Simon.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat dit element in [boek 6] op een ander wijze wordt uitgewerkt. In [boek 6] komen de kritische opmerkingen van Jessica voort uit het feit dat zij als aandeelhouder betrokken raakt bij de plannen van haar man en Marcus.
r) In [boek 1] komt de onderneming van Michel voor 51% in handen van Simon. Michel is bang dat Simon de stekker uit zijn bedrijf trekt waardoor het met Michel (en zijn gezin) gedaan zou zijn. De angst van Michel komt voort uit het feit dat hij van Simon heeft gehoord dat Karen gesproken zou hebben met de politie over haar twijfels met betrekking tot de zelfmoord van Hanneke. Naar aanleiding daarvan heeft de politie een inval gedaan bij Simon en de boekhouding meegenomen.
Dit element komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking op grond van de niet voor de hand liggende en creatieve keuzes die hierin besloten liggen. Dit element is echter in [boek 6] niet overgenomen. In [boek 6] verstrekt de bank een lening aan Marcus, welke lening door Victor als bankdirecteur wordt geaccordeerd. Dan ontdekt Victor dat Marcus allerlei documenten heeft gefalsificeerd en op de rand van een faillissement staat. Daardoor zou de bank haar geld kwijt zijn en Victor zijn baan. Door het grote verschil met het hierboven weergegeven element van [boek 1], kan hier van inbreuk op de auteursrechten van [eiseressen c.s.] niet worden gesproken.
s) Het opleidingsniveau van Simon ([boek 1]) is laag (mavo niet afgemaakt).
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarnaast valt op dat dit element bij [boek 6] ander is uitgewerkt: Marcus heeft de mavo wel afgemaakt en drie danslessen gehad.
t) In [boek 1] doet Babette, een van de vriendinnen van de hoofdpersoon zich voor als heilig boontje wat betreft vreemdgaan, terwijl ze zelf ontrouw is en stiekem een verhouding heeft met de “foute man”, door wie de hoofdpersoon zich ook heeft laten verleiden. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het basaal en voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
u + v) In [boek 1] heeft Babette eerder een slippertje gehad met een andere man uit het vriendengroepje (Kees). De beste vriendin (Hanneke) van de hoofdpersoon
heeft een affaire met een andere man (Evert) uit het vriendengroepje. Deze twee elementen komen op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat deze te basaal en voor de hand liggend zijn en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomen. Daarbij valt op dat deze elementen in [boek 6] anders zijn uitgewerkt. De verhouding van Hanneke met Evert (in [boek 1]) vormt voor Karen de aanleiding om te twijfelen aan de zelfmoord van haar beste vriendin Hanneke. Zij probeert er vervolgens achter te komen wat er daadwerkelijk met Hanneke is gebeurd. In [boek 6] bekijkt de hoofdpersoon Jessica, na een vrijpartij met Simon, stiekem zijn telefoon en ontdekt tot haar grote schrik dat Simon ook een affaire heeft met Amanda.
w) Eén van de vrienden uit het vriendengroepje belandt in een psychiatrische inrichting en wordt door de rest steeds minder bezocht.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het weinig creatief is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat dit element in beide boeken anders wordt uitgewerkt. In [boek 1] gaat het om Evert, één van de hoofdpersonen die doordraait en gedwongen wordt opgenomen. Hanneke blijft hem echter trouw bezoeken, hetgeen leidt tot een relatie van Hanneke met Evert. In [boek 6] gaat het om de voormalige bewoonster van het huis van Jessica, die is doorgedraaid omdat Amanda een affaire had met haar man. Amanda blijkt haar in de psychiatrische inrichting nooit opgezocht te hebben.
x) In beide boeken wordt de hoofdpersoon zoenend gezien met de “foute man”. Ze wordt gewaarschuwd haar huwelijk niet op het spel te zetten. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het niet getuigt van een creatieve uiting en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
y + z) In [boek 1] blijkt één van de nieuwe vriendinnen (Babette) een gestoord figuur die een andere vriendin (Hanneke) uit het vriendengroepje uit de weg ruimt, hetgeen aanvankelijk zelfmoord (of een ongeval) lijkt. De hoofdpersoon gelooft niet in de zelfmoord (of het ongeval). Ze zoekt het slachtoffer op, die op dat moment in coma ligt in het ziekenhuis. De hoofdpersoon ziet het slachtoffer “klein” en eenzaam in bed liggen. Het slachtoffer overlijdt uiteindelijk. Deze elementen komen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking op grond van de voor de hand liggende en basale keuzes die hierin besloten liggen.
aa) [eiseressen c.s.] heeft gesteld dat een overeenkomstig element tussen beide boeken het feit betreft dat de gestoorde nieuwe vriendin haar misdaad aan het eind in een moment van gekte opbiecht als ze op het punt staat het hoofdpersonage te vermoorden. De rechtbank ziet dit element echter in [boek 1] niet terug. In [boek 1] wil Babette de hoofdpersoon wel vermoorden, maar zij biecht geen enkele misdaad op. Daarom zal de rechtbank dit element verder niet bespreken.
bb) In het slothoofdstuk van [boek 1] lijkt het huwelijk tussen de hoofdpersoon en haar man gered. Dit element is zo voor de hand liggend en triviaal dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen.
4.11.
De conclusie uit het voorgaande dient te zijn dat van de 29 elementen uit [boek 1] die [eiseressen c.s.] heeft aangevoerd, 28 op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Daarop kan [gedaagden c.s.] geen inbreuk hebben gemaakt. Met betrekking tot het ene element dat wel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt (sub r) geldt dat [gedaagden c.s.] dit element niet heeft overgenomen en daarop derhalve geen auteursrechtelijke inbreuk heeft gemaakt.
Het verhaal van de [boek 1]
4.12.
Vervolgens komt de vraag aan de orde of het verhaal van [boek 1] auteursrechtelijk is beschermd en zo ja, of [gedaagden c.s.] met [boek 6] daarop inbreuk maakt. Deze vraag is nog steeds relevant, ook nu hierboven geoordeeld is dat 28 elementen, ieder voor zich en afzonderlijk beschouwd, niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, omdat de combinatie van op zichzelf niet oorspronkelijk elementen wél het persoonlijk stempel van de maker kan dragen en dat van een inbreuk daarop sprake kan zijn indien de in de originele combinatie gelegen auteursrechtelijke beschermde trekken herkenbaar worden overgenomen.
4.13.
De rechtbank oordeelt als volgt. Het verhaal van [boek 1] komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. [eiseressen c.s.] heeft immers in voldoende mate onderbouwd dat het verhaal van [boek 1], gezien de verhaallijn, de verwikkelingen in het verhaal, de karakters, de plot en de climax haar persoonlijk stempel draagt en dat zij bij het bedenken van het verhaal diverse creatieve keuzes heeft moeten maken. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat het verhaal van [boek 1] merendeels bestaat uit op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermde elementen, maar dat het verhaal door de wijze waarop die op zichzelf onbeschermde elementen zijn uitgewerkt, samengebracht en gecombineerd, toch een eigen persoonlijk karakter draagt.
4.14.
[gedaagden c.s.] heeft de auteursrechten op het verhaal van [boek 1] ook niet betwist.
4.15.
Vervolgens dient de vraag behandeld te worden of [gedaagden c.s.] met [boek 6] inbreuk maakt op de auteursrechten van [eiseressen c.s.]. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.16.
De verhaallijn van [boek 1] en [boek 6], de situering in tijd (het heden) en plaats (een welgesteld dorp), de karakters, de voortgang in de verwikkelingen, de plot en de climax, vertonen alles in onderling verband en samenhang beschouwd en mede in aanmerking genomen het hier aan de orde zijnde genre, gelijkenis. Deze gelijkenis wordt gevormd door het feit dat in [boek 6] een deel van de 29 door [eiseressen c.s.] aangevoerde elementen eveneens voorkomt. De gelijkenis wordt in het bijzonder gevormd door de volgende bepalende aspecten van [boek 1] die op vergelijkbare wijze ook in [boek 6] voorkomen.
4.17.
[boek 1] draait om Karen die met haar man Michel verhuist naar een chic dorp niet ver van Amsterdam. Daardoor raakt zij haar vrienden uit Amsterdam kwijt en voelt zij zich eenzaam. Die eenzaamheid doorbreekt Karen door op Hanneke af te stappen. Het klikt meteen. Hanneke nodigt haar uit voor een etentje bij haar thuis waar zij Karen introduceert bij een aantal van haar vriendinnen. Zij vormen met elkaar een “eetclub”. In [boek 6] komt dit aspect op vergelijkbare wijze voor: de hoofdpersoon Jessica en haar man Victor verhuizen eveneens naar een chic dorp niet ver van Amsterdam en Jessica voelt zich eenzaam. In [boek 6] wordt Jessica benaderd door Amanda en uitgenodigd voor het kerstdiner bij haar thuis. Daar ontmoet ze een aantal vriendinnen van Amanda. Later wordt Jessica uitgenodigd om deel te nemen aan het cultuurclubje van Amanda en haar vriendinnen.
4.18.
In [boek 1] wordt Karen vervolgens uitgenodigd voor een feestje bij Patricia. Daar ontmoet zij Patricia’s man, Simon. Simon is jongensachtig en aantrekkelijk. Karen voelt zich bij het dansen direct aangetrokken tot Simon. In het vervolg van het verhaal voelt zij een telkens terugkomende verleiding om op de avances van Simon in te gaan. Zij voelt zich schuldig jegens haar man Michel, maar bezwijkt: ze heeft seks met Simon en wordt op hem verliefd. In [boek 6] ontmoet Jessica Daniel tijdens het kerstdiner bij Amanda. Daniel heeft een jongensachtige charme. Tijdens het dansen voelt Jessica zich vreemd ongeremd. In het vervolg van het verhaal blijft er spanning bestaan tussen Jessica en Daniel, hetgeen leidt tot een nachtelijk samenzijn in een hotel.
4.19.
In beide boeken raakt de echtgenoot van de hoofdpersoon onder de indruk van het charisma en het succes van een van de andere mannen (Michel raakt onder de indruk van Simon; Victor raakt onder de indruk van Marcus). Hierdoor gaat Michel in [boek 1] zakelijk in zee met Simon: Simon verkrijgt een meerderheidsbelang in zijn onderneming. En in [boek 6] gaat Victor als bankdirecteur zakelijke banden aan met Marcus: de bank verstrekt een grote lening aan Marcus. In beide gevallen blijkt het aangaan van de zakelijk relatie geen goed idee: Michel vreest dat Simon de stekker uit zijn bedrijf trekt als de politie Simon’s administratie in beslag neemt en Victor komt er achter dat Marcus documenten heeft gefalsificeerd.
4.20.
In [boek 1] doet Babette zich voor als heilig boontje wat betreft vreemdgaan. Zij waarschuwt Karen haar huwelijk niet voor Simon op het spel te zetten. Later in het verhaal blijkt dat Babette dit niet zonder belang doet: zij heeft ook een relatie (gehad) met Simon en wil die relatie voortzetten. Zij is zelfs bereid Karen daarvoor te vermoorden. In [boek 6] is een vergelijkbare situatie aan de orde. Amanda doet voorkomen alsof haar man (Marcus) de enige, echte liefde van haar leven is en zij waarschuwt Jessica haar huwelijk niet op het spel te zetten voor Daniel. Dit blijkt ook niet zonder eigen belang. Daniel blijkt ook de minnaar van Amanda te zijn.
4.21.
In de climax van [boek 1] blijkt Babette gestoord te zijn. Zij heeft haar man Evert en Hanneke vermoord en probeert ook Karen uit de weg te ruimen (hetgeen niet lukt). In de ontknoping van [boek 6] blijkt Amanda Thirza vermoord te hebben en wil ook Jessica uit de weg ruimen (hetgeen niet lukt).
4.22.
De hierboven genoemde overeenkomsten maken dat er gelijkenis bestaat tussen [boek 1] en [boek 6]. Daarnaast wordt deze gelijkenis gevoed door een aantal andere elementen, dat echter minder bepalend is voor het totaalbeeld dat wordt achtergelaten en daardoor in geringere mate bijdraagt aan de gelijkenis tussen beide boeken. Het betreft de elementen a (eerste deel), d, f, h, i, j, k, n, q, s, u, v, w, y, z, en bb.
4.23.
Dát er gelijkenis bestaat tussen [boek 1] en [boek 6] leidt nog niet tot de conclusie dat [boek 6] inbreuk maakt. Voor een auteursrechtelijke inbreuk in een geval als het onderhavige, is nodig dat het verhaal van [boek 6] in zodanige mate de auteursrechtelijke beschermde trekken van het verhaal van [boek 1] vertoont, dat de indrukken die beide boeken maken te weinig verschillen voor het oordeel dat [boek 6] als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt.
4.24.
De rechtbank is van oordeel dat het verhaal [boek 6] voor wat betreft de auteursrechtelijke trekken in zodanige mate afwijkt van [boek 1], dat niet van een auteursrechtelijke inbreuk gesproken kan worden. Dit oordeel is mede gebaseerd op de verschillen tussen [boek 1] en [boek 6].
4.25.
In punt 4.9 is al aangegeven dat 14 van de 29 door [eiseressen c.s.] aangevoerde elementen door [gedaagden c.s.] in [boek 6] op een geheel eigen en verschillende wijze zijn uitgewerkt. Het betreft de elementen a (tweede deel), f, g, h, i, l, n, o, q, r, s, u, v, en w. Deze elementen roepen derhalve niet een gelijkenis op tussen beide boeken, zoals door [eiseressen c.s.] gesteld, maar dragen bij aan het eigen afwijkende totaalbeeld van [boek 6].
4.26.
Daarnaast komen diverse voor het verhaal gezichtsbepalende verhaalelementen van [boek 6] bij [boek 1] niet voor, zoals:
- het feit dat de hoofdpersoon Jessica met haar man in Curaçao heeft gewoond (waarmee de overgang naar Blaricum wordt benadrukt);
- de skivakantie in Zermatt en het skiongeluk van Victor (waardoor Victor steeds meer bewondering krijgt voor Marcus);
- de vorige bewoonster van het huis van de hoofdpersoon Jessica die tot drie keer toe paniek zaait als zij ongevraagd in het huis verschijnt en de hond doodt;
- dezelfde vorige bewoonster die Jessica waarschuwt voor Amanda;
- Amanda die haar (duistere) verleden verborgen houdt en doet voorkomen alsof zij een gelukkige jeugd heeft gehad aan de Prinsengracht in Amsterdam;
- de zoektocht van de hoofdpersoon naar het echte jeugdverhaal van Amanda waaruit blijkt dat Amanda de dochter is van een zeeman en een prostituee, in Den Helder is opgegroeid en een traumatische jeugd heeft gehad;
- het gigantische kerstdiner bij Amanda en Marcus thuis;
- de 40ste verjaardag van Amanda die gevierd wordt in hun huis in St Tropez;
- de (jaloerse) echtgenoot van Daniël die de hoofdpersoon waarschuwt uit de buurt van haar man te blijven;
- het feit dat Daniël van al zijn “veroveringen” een foto maakt (waardoor Jessica er achter komt dat Daniël ook een affaire heeft met Amanda);
- de dochter van Marcus uit een eerder huwelijk die Jessica waarschuwt voor Amanda (volgens haar heeft Amanda haar vader ingepalmd waardoor haar moeder van verdriet zelfmoord heeft gepleegd);
- Victor die een affaire lijkt te krijgen met een van de andere dames van de vriendengroep (waardoor Jessica jaloers wordt).
4.27.
Deze bepalende verhaalelementen maken dat de verwikkelingen in het verhaal van [boek 6] wezenlijk anders zijn dan [boek 1].
4.28.
Ook zijn meerdere personages in [boek 6] anders en meer uitgediept dan bij [boek 1]. Zo speelt Patricia, de vrouw van de verleider Simon in [boek 1] nauwelijks een rol. In [boek 6] is de vrouw (Eliane) van de verleider Daniël prominent aanwezig. Zij is een Frans fotomodel en de spanning tussen haar en Jessica is in het hele verhaal voelbaar, niet in de laatste plaats omdat zij zwanger probeert te worden van Daniël en een affaire vermoedt tussen haar man en Jessica. Ook de echtgenoot van de hoofdpersoon is in beide boeken wezenlijk anders. In [boek 1] speelt Michel, de partner van Karen, geen prominente rol. Hij raakt goed bevriend met Simon en gaat daarmee zakelijk in zee, maar zijn persoonlijkheid verandert daardoor niet. Ook blijft hij onvoorwaardelijk trouw aan Karen. In [boek 6] speelt Victor, de partner van Jessica in het verhaal wél een belangrijke rol en verandert zijn persoonlijkheid. Hij raakt onder de indruk van de charme en het opportunisme van Marcus en wil net als Marcus zijn. Ook raakt Victor in de ban van de yogalerares Thirza, wiens naam hij s ’nachts in bed mompelt. In de climax van het verhaal heeft Victor zelfs een hoofdrol: hij duwt de minnaar (Daniel) van zijn vrouw van de trap (die overlijdt), doet zijn vrouw geloven dat zij dat heeft gedaan en laat Marcus voor de dood van Daniel opdraaien (waarmee hij zijn positie bij de bank veilig stelt). Grote verschillen derhalve in (de rol van) de echtgenoot van de hoofdpersoon. Als gekeken wordt naar de tegenspeelster van de hoofdpersoon in beide boeken, dan valt op dat Babette in [boek 1] aanvankelijk in het verhaal een bescheiden rol speelt. Zij is het slachtoffer van de brand in haar huis waarbij haar man is omgekomen en wordt door Karen opgevangen. Pas veel later in het boek blijkt dat Babette het kwade genius is achter de moord op haar eigen man en Hanneke. De persoonlijkheid van Babette wordt in beperkte mate uitgediept. In [boek 6] draait het om de relatie tussen de hoofdpersoon Jessica en haar tegenspeelster Amanda. Amanda benadert Jessica en wordt haar beste vriendin. Het personage Amanda wordt uitgebreid beschreven. Haar traumatische jeugd in Den Helder, de wijze waarop zij Marcus voor zich heeft gewonnen, haar buitenechtelijke affaires en haar doel om iedereen voor haar karretje te spannen, worden uitgebreid beschreven. Als zij haar lot niet meer in eigen hand heeft, pleegt zij zelfmoord. Verder is een groot verschil tussen beide boeken dat bij de [boek 1] de verleider en de zakenman in één persoon zijn verenigd: Simon. Dat is bij [boek 6] niet zo. Bij [boek 6] heeft Daniel de rol van de verleider (zijn echtgenoot is de jaloerse Eliane) en is Marcus de t.v. producent die zaken wil doen met de bank van Victor.
4.29.
Op grond van het voorgaande moet geconstateerd worden dat er sprake is van wezenlijke verschillen in de personages.
4.30.
[eiseressen c.s.] heeft ook gesteld dat [gedaagden c.s.] inbreuk maakt op de climax van [boek 1]. De rechtbank kan [eiseressen c.s.] hierin niet volgen. De climax in [boek 1] kenmerkt zich doordat Karen en Simon in een hotelkamer afspreken. Simon biecht op dat hij een relatie heeft gehad met Babette. Toen hij de relatie beëindigde stak zij haar woonhuis in de brand waarbij Evert, haar man, om het leven kwam. Sindsdien stalkt Babette hem. Ook vertelt Simon dat hij zakelijk in de problemen zit, omdat hij samen met Evert en Ivo een illegale handel had in voedingssupplementen, waar de FIOD achter is gekomen. Dan wordt er op de deur geklopt. Als Karen open doet wordt zij overvallen door Babette. Babette vraagt aan Simon om Karen te vermoorden als bewijs van zijn liefde voor haar. Karen weet Babette tegen de grond te slaan en politie agente Dorien komt binnen en slaat Babette in de boeien.
4.31.
De climax van [boek 6] speelt zich af in het luxe huis van Amanda en Marcus in St Tropez. Victor vertelt Jessica dat hij er achter is gekomen dat Marcus hem heeft bedrogen door financiële stukken te falsificeren. Zijn baan als bankdirecteur staat op de tocht. Jessica confronteert Amanda met haar verleden en vraagt of zij op de hoogte is van het bedrog van haar man Marcus. Amanda vertelt de waarheid over haar jeugd. Het blijkt dat zij enkel vriendin van Jessica is geworden omdat Marcus Victor nodig had voor de financiering. Ook vertelt ze dat ze Thirza heeft vermoord. Dan wil Amanda Jessica met een pook vermoorden. Jessica vlucht en verstopt zich in de tuin. Ze hoort Amanda wegrijden. In de tuin komt ze Daniel tegen die haar wil zoenen, maar ze rent naar haar kamer. De volgende dag blijkt dat Daniel dood ligt onderaan de trap naar het strand. Victor zegt tegen Jessica dat hij heeft gezien dat ze Daniel heeft geduwd. Het blijkt echter dat hij Daniel zelf van de trap heeft geduwd. De volgende dag blijkt dat Amanda zich tegen een boom heeft doodgereden. Op een tip van Victor wordt Marcus gearresteerd door de politie op verdenking van de moord op Daniel. Victor slaat die avond drie vliegen in een klap: de minnaar van zijn vrouw is uit de weg geruimd, de bank is onder het contract met Marcus uit en Jessica heeft hij in de waan gelaten dat zij iets te maken heeft met de dood van haar minnaar.
4.32.
Uit het bovenstaande blijkt dat de climax in beide verhalen zeer verschillend is.
4.33.
[boek 6] verschilt ook van [boek 1] doordat locaties en gebeurtenissen, en met name het gedrag van Marcus en Amanda “over de top” worden beschreven: het kerstdiner bij Amanda en Marcus met nepsneeuw, een internationaal bekende DJ en een ingevlogen Thaise kok; met de limousine naar de modeshow van de Fashion Week, de bekendheid van Marcus en Amanda, het luxe chalet in Zermatt met uitzicht op de Matterhorn en eigen huishouding (chauffeur en kokkin); de finca op Ibiza met bijgebouwen en zwembad die Amanda en Marcus impulsief hadden aangekocht en de gigantische villa in St Tropez vol design en antiek, bioscoop en zwembad met uitzicht op de zee en een Maserati, Ferrari en Aston Martin voor de deur. Deze en andere beschrijvingen van overdreven luxe zijn kenmerkend voor [boek 6] en daarin verschilt [boek 6] wezenlijk van [boek 1].
4.34.
Zoals in 4.24 al aangegeven komt de rechtbank tot de conclusie dat het verhaal van [boek 6] niet in zodanige mate de auteursrechtelijke beschermde trekken van het verhaal van [boek 1] vertoont, dat geconcludeerd moet worden dat de indrukken die beide boeken maken te weinig verschillen voor het oordeel dat [boek 6] als een nieuw oorspronkelijk werk kan worden aangemerkt. Van een inbreuk door [gedaagden c.s.] op de auteursrechten van [eiseressen c.s.] is geen sprake. De vorderingen die op de gestelde auteursrechtinbreuk zijn gebaseerd zullen dan ook worden afgewezen.
Slaafse nabootsing
4.35.
[eiseressen c.s.] heeft een beroep gedaan op bescherming van [boek 1] uit hoofde van de slaafse nabootsing voor het geval [boek 1] geen auteursrechtelijke bescherming zou toekomen. Deze grondslag is derhalve voorwaardelijk ingesteld. Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat [boek 1] wel auteursrechtelijk beschermd is, behoeft dit voorwaardelijke standpunt verder geen bespreking.
in reconventie
4.36.
[gedaagden c.s.] heeft een reconventionele vordering ingesteld onder de voorwaarde dat een van de vorderingen van [eiseressen c.s.] in de conventie zal worden toegewezen. Nu de rechtbank de vorderingen van [eiseressen c.s.] in conventie zal afwijzen wordt aan de voorwaarde niet voldaan en behoeft op deze reconventionele vordering niet te worden beslist.
Proceskosten in conventie en reconventie
In conventie
4.37.
[gedaagden c.s.] heeft met een beroep op artikel 1019h Rv veroordeling van [eiseressen c.s.] gevorderd tot vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten, die op grond van de overgelegde specificatie € 8.000,-- belopen.
4.38.
Artikel 1019h Rv is de implementatie van artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Deze richtlijn neemt als uitgangspunt dat de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, door de verliezende partij zullen worden gedragen, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet.
4.39.
Om te beoordelen wat onder redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten moet worden verstaan, wordt aansluiting gezocht bij de ‘Indicatietarieven in IE‑zaken’. Volgens deze tarieven zijn in eenvoudige bodemzaken kosten ter hoogte van maximaal € 8.000,-- exclusief BTW redelijk en evenredig te noemen. De in de onderhavige zaak gevorderde proceskosten van € 8.000,-- zijn derhalve als redelijk en evenredig aan te merken. [eiseressen c.s.] heeft de hoogte van de door [gedaagden c.s.] gevorderde kosten ook niet betwist.
4.40.
Wel is het zo dat een deel van de conventionele procedure geen betrekking heeft op de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Dit deel heeft [gedaagden c.s.] geschat op 10% hetgeen de rechtbank redelijk voorkomt. Gelet hierop zal de rechtbank het deel van de kosten dat aan de IE-grondslag in conventie kan worden toegerekend bepalen op 90%. De overige kosten worden begroot conform het liquidatietarief.
4.41.
De kosten worden met inachtneming hiervan aan de zijde van [gedaagden c.s.] begroot op:
- griffierecht € 608,00
- salaris advocaat € 7.290,40 (90% van € 8.000,-- + 10% van € 904,--)
Totaal € 7.898,40
In reconventie
4.42.
Nu aan de voorwaarde waaronder de reconventionele vordering is ingesteld niet is voldaan, geldt als uitgangspunt dat in reconventie geen proceskostenveroordeling wordt uitgesproken. De vordering is immers niet behandeld, zodat geen van beide partijen als in reconventie in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd en een proceskostenveroordeling in reconventie achterwege moet blijven. Dit kan anders zijn indien de eis in de voorwaardelijke reconventie ondeugdelijk is of de kosten daarvan nodeloos gemaakt of veroorzaakt zijn, in welke gevallen de kosten voor rekening van de eiser in reconventie kunnen worden gelaten (zie HR 11-02-2011, ECLI: NL: HR: 2011: BO9673). Dit is echter niet gesteld noch is zulks gebleken.
5. De beslissing
De rechtbank
In conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres sub 1] en Ambo/Anthos Uitgevers B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde sub 1] en Uitgeverij De Compagnie B.V., tot op heden begroot op € 7.898,40.
In reconventie
5.3.
bepaalt dat partijen ieder hun eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Schuman, mr. K.M. Makkinga en mr. A.E. The-Kouwenhoven en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2014.