Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.23.4 Subsidiabele kosten
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2029
- Bronpublicatie:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 33072 (uitgifte: 01-12-2023, regelingnummer: WJZ/40757653)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 33072 (uitgifte: 01-12-2023, regelingnummer: WJZ/40757653)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Voor subsidie komen de investeringskosten, bedoeld in artikel 46, zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening in aanmerking.
2.
In aanvulling op het eerste lid komen voor subsidie alleen de kosten in aanmerking voor zover deze betrekking hebben op investeringen in het efficiënte warmtenet ten behoeve van levering van warmte aan glastuinbouwondernemingen.
3.
In geval van een gecombineerd project waarbij een efficiënt warmtenet wordt aangelegd ten behoeve van zowel de aansluiting van glastuinbouwondernemingen als andere aansluitingen worden de subsidiabele kosten per onderdeel van het efficiënte warmtenet als volgt bepaald:
Ka = Pg/(Pg+Po) x Kt
Per onderdeel van het efficiënte warmtenet geldt:
- •
Ka zijn de subsidiabele kosten van dat onderdeel
- •
Pg is de capaciteit voor de warmtelevering aan glastuinbouwondernemingen dat via dat onderdeel geleverd wordt (exclusief overcapaciteit))
- •
Po is de capaciteit voor de warmtelevering aan andere aansluitingen dat via dat onderdeel geleverd wordt (exclusief overcapaciteit)
- •
Kt zijn de kosten van dat onderdeel (inclusief de overcapaciteit)
Voor de koppelleiding als onderdeel van het efficiënte warmtenet geldt dat Pg en Po in de formule gelijk zijn aan de capaciteiten die gelden voor het hele project.
4.
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten ten behoeve van investeringen in een warmtebron, warmteleiding van de warmtebron naar het eerste warmteoverdrachtsstation, de afleverset voor warmte, het warmtenet vanaf de afleverset voor warmte en de binneninstallatie van een glastuinbouwonderneming;
- b.
kosten die niet te activeren zijn en rechtstreeks in de winst- en verliesrekening worden verantwoord.
5.
Voor de berekening van de subsidiabele kosten is de vaste-uurtarief-systematiek, bedoeld in artikel 14 van het besluit, aangewezen.
6.
Artikel 10, derde lid, van het besluit is niet van toepassing.