Burgerlijk Wetboek Boek 7A
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7A:Artikel 1662 [Inbreng]
Burgerlijk Wetboek Boek 7A
Artikel 1662 [Inbreng]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-12-1989, Stb. 1989, 616 jo Stb. 1991, 606 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
28-12-1989, Stb. 1989, 616 jo Stb. 1991, 606 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken: 17896 )
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1990, Stb. 1990, 90 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
De inbreng van de vennoot kan bestaan in geld, goederen, genot van goederen en arbeid.
2.
Op de inbreng van een goed zijn de bepalingen omtrent koop, op de inbreng van genot van een goed de artikelen 1584–1623 van overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de rechtsverhouding zich daartegen niet verzet.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.