Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 10.3
Geldend
Geldend vanaf 29-08-2017
- Bronpublicatie:
22-08-2017, Stcrt. 2017, 49271 (uitgifte: 28-08-2017, regelingnummer: WJZ/17080794)
- Inwerkingtreding
29-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2017, Stcrt. 2017, 49271 (uitgifte: 28-08-2017, regelingnummer: WJZ/17080794)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
De beheerder voert het onderzoek naar de eigenschappen van een pijpleiding uit in een zodanige frequentie dat de integriteit van de pijpleiding, onder meer in verband met het risico op schade, op elk moment kan worden aangetoond.
2.
De beheerder voert het onderzoek naar de ligging van een pijpleiding die in de territoriale zee of op het continentaal plat is aangelegd, uit in een frequentie van ten minste één keer per jaar.
3.
De beheerder beschrijft de gekozen frequentie en de motivering voor die keuze alsmede de uitkomsten van de onderzoeken voor elke pijpleiding in een daartoe ingericht veiligheidsbeheerssysteem.