De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/5.8:5.8 Conclusie
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/5.8
5.8 Conclusie
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS384774:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Contractsvrijheid is tijdens de onderhandelingsfase uitgangspunt. Deze is evenwel niet onbegrensd. Dit geldt ook voor de sollicitatiefase, die als precontractuele fase is aan te merken. Er kunnen omstandigheden zijn waaronder het afbreken van onderhandelingen als onaanvaardbaar kan worden aangemerkt. Dat kan het geval zijn als de onderhandelingen over de totstandkoming van een overeenkomst worden stopgezet in een fase waarin deze al zover waren gevorderd dat de wederpartij van de afbreker er op mocht vertrouwen dat de overeenkomst tot stand zou komen. De aard van de in te stellen actie is afhankelijk van de fase waarin de onderhandelingen werden afgebroken. De grondslag van de vordering is voorts van belang voor stelplicht en bewijslast.
Als er reeds wilsovereenstemming bestaat over de essentialia van een arbeidsovereenkomst en nog wordt voortonderhandeld over aspecten die van ondergeschikt belang zijn, kan de afbrekende partij schadeplichtig zijn of tot voortonderhandelen in rechte worden gehouden. Voorts heeft de rechter de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst c.q. de concept-arbeidsovereenkomst op grond van de redelijkheid en billijkheid aan te vullen (art. 6:248 lid 1 BW). Het is evenwel de vraag of een sollicitant met deze laatste mogelijkheid veel opschiet als een werkgever de onderhandelingen heeft afgebroken, omdat hij bijvoorbeeld zijn oog toch al had laten vallen op een andere sollicitant of twijfel heeft over de geschiktheid van de sollicitant. De arbeidsovereenkomst zal in dat geval, als het daartoe al komt, geen lang leven beschoren zijn.
De wervingsfase en de selectiefase kennen naast de algemene handhavingsmogelijkheden uit het algemene verbintenissenrecht specifieke handhavingsmogelijkheden die zijn afgestemd op het handelen van sollicitant en werkgever in deze fasen van de sollicitatieprocedure. Door de gebruikmaking van dit handhavingsmechanisme komen normen tot ontwikkeling over hoe werkgever en sollicitant zich jegens elkaar dienen te gedragen. Daarmee wordt de rechtszekerheid gediend.