RFR 2020/6
Internationale kinderontvoering. Is sprake van internationale kinderontvoering en dient de onmiddellijke terugkeer van de dochter gelast te worden?
Hof Den Haag 28-08-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2286
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
28 augustus 2019
- Magistraten
Mrs. E.A. Mink, C.M. Warnaar, J.M. van Baardewijk
- Zaaknummer
200.262.065/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS169285:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:2286, Uitspraak, Hof Den Haag, 28‑08‑2019
- Wetingang
Essentie
Internationale kinderontvoering. Rechtsmacht. Familieprocesrecht.
Is sprake van internationale kinderontvoering en dient de onmiddellijke terugkeer van de dochter gelast te worden? Heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht?
Samenvatting
De ouders zijn op 29 april 2011 in India gehuwd. In 2014 is hun dochter geboren. Zij heeft in ieder geval de Nederlandse nationaliteit. De moeder heeft zowel de Nederlandse als de Pakistaanse nationaliteit en de vader de Indiase nationaliteit. De ouders oefenen gezamenlijk gezag uit. De moeder is eind 2014 met haar dochter en een dochter uit een eerdere relatie vanuit India naar Nederland gereisd. De dochter verbleef sindsdien bij haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.