NJB 2016/839:Toepassing maatstaven medeplegen uit HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390: in casu geen sprake van medeplegen moord, doodslag of zware mishandeling door kort in bedwang houden slachtoffer en later niet ingrijpen of distantiëren, mede erop gelet dat er geen vooropgezet plan is geweest om het slachtoffer te doden, terwijl het om een eenmalige explosie van geweld ging door medeverdachte. Om dezelfde redenen evenmin sprake van medeplichtigheid, nog daargelaten dat het ‘in bedwang houden van het slachtoffer’ niet is tenlastegelegd als gedraging waaruit de medeplichtigheid mede heeft bestaan. Toetsing in cassatie van veroordelingen en vrijspraken: in cassatie kan niet worden onderzocht of de feitenrechter die de verdachte op grond van zijn feitelijke waardering van het bewijsmateriaal heeft vrijgesproken, terecht tot dat oordeel is gekomen. De beslissing inzake de selectie en waardering omtrent het bewijsmateriaal door de feitenrechter behoeft – behoudens bijzondere gevallen – geen motivering en kan in cassatie niet met vrucht worden bestreden. Het oordeel van de feitenrechter betreffende het al dan niet bewezen zijn van het tenlastegelegde en de daartoe gegeven motivering, zal niet onbegrijpelijk kunnen worden genoemd op de grond dat het beschikbare bewijsmateriaal – al dan niet in verband met een andere uitleg van gegevens van feitelijke aard – een andere (bewijs)beslissing toelaat