NJ 1929, p. 874
Rechtsweigering. Niet in behandeling nemen van een verzoekschrift door den Kantonrechter. Beroep in cassatie. Schadevergoeding.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 1929
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Jhr. Feith, Taverne, van Dijck, Kranenburg.
- Zaaknummer
[08041929/NJ_1929,_p._874]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS102304:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1929:15, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑1929
- Wetingang
(Rv art. 844.)
Essentie
Rechtsweigering. Niet in behandeling nemen van een verzoekschrift door den Kantonrechter. Beroep in cassatie. Schadevergoeding.
Samenvatting
De rechter die weigert op een verzoekschrift (i. c. een verzoekschrift ingevolge art. 451 B. W.) te beschikken, ook al is een zelfde verzoek, bij een vroeger verzoekschrift gedaan, door dien rechter afgewezen, maakt zich schuldig aan rechtsweigering. (Anders Proc.-Gen. en Hof).
De bewering dat het Hof op feitelijke gronden zou hebben beslist dat reguestranten geen aanspraak op schadevergoeding kunnen maken, zoodat ook op dien grond de vordering uit hoofde van rechtsweigering terecht zou zijn afgewezen, is onjuist, daar het Hof een ...