NJ 1939/545
Verhaalsrecht van den risicodrager volgens art. 95 Ongevallenwet 1921. Geen schadestaat- procedure.
HR 08-12-1938, ECLI:NL:HR:1938:124, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 1938
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Kirberger, Nypels, Meckmann
- Zaaknummer
[08121938/NJ_1939-545]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- JCDI
JCDI:ADS130902:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:124, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑1938
- Wetingang
(Ongevallenwet 1921 art. 95.)
Essentie
Verhaalsrecht van den risicodrager volgens art. 95 Ongevallenwet 1921. Geen schadestaat- procedure.
Samenvatting
De vordering, welke de wet in art. 95 Ongev.wet 1921 aan den risicodrager geeft, is niet de op deze overgegane, op het gemeene recht steunende, schadevordering van het slachtoffer van het ongeval, doch eene zelfstandige vordering tot voldoening aan den risicodrager van hetgeen deze aan het slachtoffer ingevolge de bepalingen van de Ongevallenwet heeft uitbetaald. De schadestaatprocedure kan hier geen toepassing vinden.
Partij(en)
Mr. Dr. Henri Leonard van Duyl, wonende te Amsterdam, in zijne hoedanigheid van Voorzitter van het Bestuur der Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, eischer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.