De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/5.4.2.1:5.4.2.1 Civielrechtelijke acties
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/5.4.2.1
5.4.2.1 Civielrechtelijke acties
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS384761:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Jaarverslag Klachteninstantie Sollicitatiecode maart 2003 - februari 2004.
GJJ. Heerma van Voss in: Kluwer (losbladig), Arbeidsovereenkomst, aant 1.9 bij art. 7.611 BW. Zie voorts Ktr. Hilversum 25 februari 1992 en 2 september 1992, Prg. 1993, nr. 3835.
Zie o.a. Rb. Utrecht 29 juli 1993, Kort Geding 1993, 430 en JAR 1993/192.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Als tijdens de selectiefase bijvoorbeeld wettelijk niet-toegestane vragen worden gesteld, als er wordt gediscrimineerd of selectiemethoden op onzorgvuldige wijze worden toegepast, kan schadevergoeding worden gevorderd op grond van onrechtmatige daad of wegens handelen in strijd met de eisen van goed werkgeverschap. Als kan worden vastgesteld dat de werkgever heeft gehandeld in strijd met de NVP Sollicitatiecode, staat de gewezen sollicitant sterker, omdat de rechter de NVP Sollicitatiecode als zwaarwegend advies in zijn beoordeling zal betrekken.1 Voor het beginsel van goed werkgeverschap is in de literatuur uitgemaakt dat dit ook een precontractuele werking heeft, omdat de werkgever reeds in die hoedanigheid optreedt.2 Bij vergoeding van schade kunnen we denken aan vergoeding van zowel het positief als het negatief contractsbelang. Bij vergoeding van het negatief contractsbelang betreft het bijvoorbeeld gemaakte sollicitatiekosten. Bij vergoeding van het positief contractsbelang kunnen we denken aan vergoeding van het verschil tussen het salaris dat in een later gevonden baan wordt verdiend en bijvoorbeeld het salaris dat de sollicitant in geval van aanstelling zou hebben ontvangen, of bijvoorbeeld het verschil tussen een WW-uitkering en het in de beoogde functie te verdienen salaris. Een praktisch aspect is dat het in de regel problematisch blijkt te zijn om zowel het causaal verband alsook de omvang van de schade te bewijzen.
Indien de werkgever voor de selectie van sollicitanten derden inschakelt, zoals bijvoorbeeld een testpsycholoog of een medicus, en deze onrechtmatig handelt tegenover de sollicitant, kan de werkgever aansprakelijk worden gesteld op grond van onrechtmatige daad (culpa in eligendo, zie artikel 6:170 lid 1 BW). Indien sprake is van een beroepsfout van de ingeschakelde derde, kan deze ook zelf op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk worden gesteld. Van een beroepsfout is eerst dan sprake indien de derde niet heeft gehandeld zoals een goed of redelijk bekwaam vakgenoot betaamt.3