Einde inhoudsopgave
Regeling financiën hoger onderwijs
Artikel 2 Factoren onderwijs
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2019
- Bronpublicatie:
05-04-2019, Stcrt. 2019, 20896 (uitgifte: 16-04-2019, regelingnummer: 1390675)
- Inwerkingtreding
27-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2019, Stb. 2019, 162 (uitgifte: 26-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Besluit kwaliteitsbekostiging hoger onderwijs (08-04-2019, Stb. 162).
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
De factoren behorend bij het bekostigingsniveau, bedoeld in artikel 4.10, derde lid, van het besluit, zijn voor bacheloropleidingen en masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs:
- a.
voor een laag bekostigingsniveau: 1,
- b.
voor een hoog bekostigingsniveau: 1,5, en
- c.
voor een top bekostigingsniveau: 3.
2.
De factoren behorend bij het bekostigingsniveau, bedoeld in artikel 4.10, derde lid, van het besluit, zijn voor associate degree-opleidingen, bacheloropleidingen en masteropleidingen in het hoger beroepsonderwijs:
- a.
voor een laag bekostigingsniveau: 1,
- b.
voor een hoog bekostigingsniveau: 1,28, en
- c.
voor een top bekostigingsniveau: 1,5.
3.
De bekostigingsniveaus, bedoeld in artikel 1.1. van het besluit, behorend bij opleidingen of groepen van opleidingen, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage 13 bij deze regeling.