Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 9:18 [Toegang tot de ombudsman]
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2005
- Bronpublicatie:
03-02-2005, Stb. 2005, 71 (uitgifte: 22-02-2005, kamerstukken: 28747)
- Inwerkingtreding
15-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2005, Stb. 2005, 116 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Alternatieve geschilbeslechting
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
Bestuursprocesrecht / Nationale ombudsman
1.
Een ieder heeft het recht de ombudsman schriftelijk te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.
2.
Indien het verzoekschrift bij een onbevoegde ombudsman wordt ingediend, wordt het, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden aan de bevoegde ombudsman, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de verzoeker.
3.
De ombudsman is verplicht aan een verzoek als bedoeld in het eerste lid gevolg te geven, tenzij artikel 9:22, 9:23 of 9:24 van toepassing is.