NJ 2013/167
Schending folterverbod nadat verzoeker ten onrechte is aangezien voor terrorist.
EHRM 13-12-2012, ECLI:CE:ECHR:2012:1213JUD003963009, m.nt. J.M. Reijntjes (El Masri/Macedonië)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
13 december 2012
- Magistraten
N. Bratza, F. Tulkens, J. Casadevall, D. Spielmann, N. Vajić, P. Lorenzen, K. Jungwiert, I. Berro-Lefèvre, K. Hajiyev, L. López Guerra, L. Bianku, I. Karakaş, V. A. de Gaetano, J. Laffranque, L.-A. Sicilianos, E. Møse, H. Keller
- Zaaknummer
39630/09
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
BZ5175
- Roepnaam
El Masri/Macedonië
- JCDI
JCDI:ADS127608:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2012:1213JUD003963009, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 13‑12‑2012
- Wetingang
Essentie
Mensenrechten. “Extraordinary rendition”. Verzoeker ten onrechte aangezien voor lid terroristische organisatie en heimelijk overgedragen aan CIA voor verhoor. Schending verbod op foltering en recht op vrijheid en veiligheid.
Samenvatting
Verzoeker, een Duitser van Libanese afkomst, is op 31 december 2003 per bus naar Macedonië gereisd. Bij de grensovergang werd hij aangehouden door de politie van Macedonië. Hij werd naar een hotel in Skopje gebracht, alwaar hij gedurende 23 dagen werd opgesloten in een hotelkamer. Hij werd daar in het Engels verhoord — een taal die hij niet of nauwelijks machtig was — over vermeende banden met terroristische organisaties. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.