Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2116 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013
Artikel 64 Zekerheden
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
In de bij de landbouwwetgeving voorgeschreven gevallen eisen de lidstaten dat een zekerheid wordt gesteld als verzekering dat een bepaalde geldsom aan een bevoegde autoriteit wordt betaald of wordt verbeurd ingeval een bepaalde verplichting in het kader van die wetgeving niet wordt nagekomen.
2.
Behalve in geval van overmacht wordt de zekerheid geheel of gedeeltelijk verbeurd indien een bepaalde verplichting niet of slechts ten dele wordt nagekomen.
3.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 102 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels die een gelijke behandeling, billijkheid en evenredigheid waarborgen ingeval er een zekerheid wordt gesteld en die:
- a)
de aansprakelijke partij aanwijzen ingeval een verplichting niet wordt nagekomen;
- b)
specifieke situaties beschrijven waarin de bevoegde autoriteit mag afzien van de eis dat er een zekerheid wordt gesteld;
- c)
vastleggen welke voorwaarden verbonden zijn aan de te stellen zekerheid en de zekerheidssteller, en wat de voorwaarden zijn voor het stellen en vrijgeven van die zekerheid;
- d)
vastleggen welke specifieke voorwaarden verbonden zijn aan de zekerheid die in verband met betalingen van voorschotten wordt gesteld;
- e)
de gevolgen beschrijven van niet-naleving van de verplichtingen waarvoor een zekerheid is gesteld, zoals bepaald in lid 1, met inbegrip van het verbeuren van zekerheden en het verlagingspercentage dat moet worden toegepast bij het vrijgeven van zekerheden voor restituties, certificaten, offertes, inschrijvingen of specifieke aanvragen, en ingeval een aan die zekerheid verbonden verplichting niet of slechts ten dele in acht is genomen, rekening houdend met de aard van de verplichting, de hoeveelheid waarvoor de verplichting niet is nageleefd, de mate waarin de termijn voor het naleven van de verplichting is overschreden en de termijn binnen welke het bewijs dat de verplichting is nageleefd, wordt voorgelegd.
4.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met regels voor:
- a)
de vorm van de te stellen zekerheid en de procedure voor het stellen van de zekerheid, voor de aanvaarding ervan en voor de vervanging van de oorspronkelijke zekerheid;
- b)
de procedures voor het vrijgeven van een zekerheid;
- c)
de kennisgevingen die door de lidstaten en de Commissie moeten worden gedaan.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 103, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.