HR, 09-04-2019, nr. 18/03034
ECLI:NL:HR:2019:545
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
09-04-2019
- Zaaknummer
18/03034
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2019:545, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑04‑2019; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
- Vindplaatsen
Uitspraak 09‑04‑2019
Inhoudsindicatie
Profijtontneming. Klacht over ontoereikend gemotiveerde verwerping van een tot bewijsuitsluiting strekkend verweer dat geen contra-expertise meer mogelijk is. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 18/03035.
Partij(en)
9 april 2019
Strafkamer
nr. S 18/03034 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 maart 2018, nummer 23/001776-17, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft A.J.J. van der Heiden, advocaat te Den Helder, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 april 2019.