Einde inhoudsopgave
Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
Artikel 3:2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 505 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
De reclassering of de jeugdreclassering die is belast met het toezicht, draagt er zorg voor dat de verplichtingen worden vastgelegd waaraan de veroordeelde zich in het kader van het toezicht heeft te houden.
2.
De reclassering of de jeugdreclassering draagt er zorg voor dat het toezicht aanvangt:
- a.
bij een voorwaardelijke veroordeling: binnen een termijn van dertig dagen na het ingaan van de proeftijd, dan wel binnen een termijn van zeven dagen na het ingaan van de proeftijd, indien de rechter dadelijke uitvoerbaarheid heeft bevolen;
- b.
bij een voorwaardelijke veroordeling van een jeugdige: binnen een termijn van vijf dagen na het ingaan van de proeftijd, dan wel binnen een termijn van drie dagen na het ingaan van de proeftijd, indien de rechter dadelijke uitvoerbaarheid heeft bevolen;
- c.
bij een voorwaardelijke invrijheidstelling: zodra de veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld;
- d.
bij anderszins gestelde voorwaarden: zo spoedig mogelijk nadat de beslissing tot het stellen van voorwaarden is genomen.