NJ 1953/50
Opvordering van een paard, gestald bij een ander en aldaar weggehaald. Vrijwaring; voeging door waarborg. Proceskosten.
HR 21-11-1952, ECLI:NL:HR:1952:136, m.nt. Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 november 1952
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, Losecaat Vermeer, Boltjes en de Jong
- Zaaknummer
[21111952/NJ_1953-50]
- Noot
Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS134785:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:136, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑11‑1952
- Wetingang
(BW art. 2014; Rv art. 68-74.)
Essentie
Opvordering van een paard, gestald bij een ander en aldaar weggehaald. Vrijwaring; voeging door waarborg. Proceskosten.
Samenvatting
De klacht, dat de Rb. bij eindvonnis zou zijn afgeweken van het interlocutoir, faalt, omdat laatstbedoeld vonnis geen beslissing inhoudt, waaraan de Rb. bij eindvonnis zou zijn gebonden.
Degeen die een zaak als zijn eigendom opvordert op grond dat zij hem zou zijn ontvreemd, heeft het feit der ontvreemding te bewijzen.
Uit de omstandigheid, dat een derde, zonder daarvoor bepaaldelijk toestemming te hebben gekregen, een zaak heeft meegenomen, die een ander als houder voor den eigenaar onder zich heeft, volgt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.