Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 272 [Schending ambts-/beroepsgeheim]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1984
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling en nummering van de leden.
- Bronpublicatie:
23-03-1984, Stb. 1984, 92 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken: 17524 )
10-03-1984, Stb. 1984, 91 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken: 17524 )
- Inwerkingtreding
01-05-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-1984, Stb. 1984, 129 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-04-1984, Stb. 1984, 129 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2.
Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.