NJ 1948/369
„Gevangenis". Toepassing van art. 249, tweede lid sub 1° of sub 2°, Sr.?
HR 09-03-1948, ECLI:NL:HR:1948:67
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 maart 1948
- Magistraten
Mrs. Fick, van der Meulen, Feber, Rombach, Vrij
- Zaaknummer
[09031948/NJ_1948-369]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS133241:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1948:67, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑03‑1948
- Wetingang
(Sr art. 249; Verordening chef staf militair gezag 1944 IV.)
Essentie
„Gevangenis". Toepassing van art. 249, tweede lid sub 1° of sub 2°, Sr.?
Samenvatting
Een bewaringskamp, waarvan sprake is in de Verordening Chef Staf M. G. van 12 Sept. 1944 no. 4, is naar zijn aard een gevangenis in den zin van art. 249 Sr. Zulks volgt mede uit art. 1 van die Verordening.
Ontucht, door een werkmeester in een kamp voor politieke gevangenen gepleegd met vrouwen, die aldaar waren opgenomen als politieke gevangenen, moet worden gequalificeerd volgens art. 249, tweede lid onder 2°, niet onder 1°, Sr.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van D. V., hoofd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.