V-N 2020/31.13
Schenkingen binnen 180 dagen vóór overlijden deels fictieve erfrechtelijke verkrijging
Rb. Zeeland-West-Brabant 30-01-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:404, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
30 januari 2020
- Magistraten
Stassen, Dondorp-Loopstra, Van Vijfeijken
- Zaaknummer
AWB - 17 _ 3689 en 17_3690
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS205391:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2020:404, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30‑01‑2020
- Wetingang
art. 12 lid 1 SW 1956
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat gedurende het bestaan van de huwelijkse gemeenschap geen verdeling van het vermogen mogelijk is en dat de vader dus geen privévermogen had. De schenkingen zijn dus terecht voor de helft aan de moeder toegerekend.
Samenvatting
Twee kinderen krijgen in november 2015 een schenking van hun vader via zijn bv. In april 2016 overlijdt hun moeder. Volgens de inspecteur zijn de schenkingen vanwege de 180-dagentermijn van art. 12 lid 1 SW 1956 voor de helft fictieve erfrechtelijke verkrijgingen, omdat de ouders in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Volgens de kinderen zijn de schenkingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.