Einde inhoudsopgave
Besluit personenvervoer 2000
Artikel 47
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
25-09-2018, Stb. 2018, 343 (uitgifte: 10-10-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2018, Stb. 2018, 343 (uitgifte: 10-10-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
1.
De reiziger is met uitzondering van de gevallen, bedoeld in artikel 45, en met uitzondering van de door de vervoerder bepaalde gevallen, verplicht zich van een geldig elektronisch vervoerbewijs te voorzien:
- a.
voordat hij, hetzij het vervoermiddel betreedt, hetzij een gedeelte van een station of halte betreedt waar hij blijkens duidelijke aanwijzingen van de vervoerder in het bezit moet zijn van een geldig elektronisch vervoerbewijs of
- b.
zo spoedig mogelijk nadat hij het vervoermiddel of het gedeelte van het station of de halte heeft betreden, voor zover daar een met afgifteof ontwaarding belaste functionaris of een voor afgifte of ontwaarding bestemd apparaat aanwezig is.
2.
Een elektronisch vervoerbewijs is geldig indien:
- a.
het een op grond van de concessie door of namens de concessiehouder afgegeven elektronisch vervoerbewijs betreft,
- b.
de reismogelijkheden van het elektronisch vervoerbewijs toereikend zijn voor de te maken reis en het vertrekpunt elektronisch is geregistreerd,
- c.
het elektronisch vervoerbewijs, voor zover het op naam is gesteld, overeenstemt met de identiteit van de houder daarvan en
- d.
de te betalen vervoerprijs voor de reis ten minste gelijk is aan het tarief dat de gebruiker van het elektronisch vervoerbewijs daarvoor verschuldigd is.
3.
Een elektronisch vervoerbewijs is niet geldig indien het gewijzigd of anderszins bewerkt is.