NJ 1955/119
De voorschriften in art. 1 K. B. van 27 April 1933, S. 235, ter uitvoering van art. 56 lid 2 Drankwet gegeven, zijn niet uitsluitend administratieve voorschriften voor den burgemeester.
HR 14-12-1954, ECLI:NL:HR:1954:201, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 december 1954
- Magistraten
Mrs. Fick, Feber, Vrij [Rapp.], Westerouen van Meeteren, Haga
- Zaaknummer
[14121954/NJ_1955-119]
- Conclusie
Mr. s' Jacob
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- JCDI
JCDI:ADS135500:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1954:201, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑1954
- Wetingang
(Drankwet 1931 art. 56.)
Essentie
De voorschriften in art. 1 K. B. van 27 April 1933, S. 235, ter uitvoering van art. 56 lid 2 Drankwet gegeven, zijn niet uitsluitend administratieve voorschriften voor den burgemeester.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van F. J. G., te O., van beroep caféhouder, req. van cassatie tegen een vonnis van de Rb. te Leeuwarden van 17 Maart 1954, waarbij in hoger beroep, met vernietiging van een mondeling vonnis van den Kantonr. te Heerenveen van 14 Oct. 1953, req. wegens „toelaten, dat in zijn voor het publiek toegankelijke localiteit, waarvoor niet de vereiste vergunning is verleend, sterke drank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.