Noodwet rechtspleging
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1997
- Bronpublicatie:
03-04-1996, Stb. 1996, 366 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23791 Overheid.nl: 23791)
- Inwerkingtreding
01-05-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-1997, Stb. 1997, 172 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
In geval op grond van artikel 8, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, bepalingen uit de Oorlogswet voor Nederland in werking zijn gesteld, kan Onze Minister van Justitie verklaren dat in door hem aan te wijzen gedeelten van Nederland de burgerlijke rechter geacht wordt niet in staat te zijn van strafbare feiten kennis te nemen.
2.
Onze Minister van Justitie kan de in het eerste lid bedoelde verklaring te allen tijde intrekken.
3.
Op de in het eerste lid bedoelde verklaring en de in het tweede lid bedoelde intrekking zijn de artikelen 15 en 16 van overeenkomstige toepassing.
4.
Gedurende de tijd dat de in het eerste lid bedoelde verklaring van kracht is, nemen mobiele rechtbanken ingesteld krachtens de Wet militaire strafrechtspraak, onverminderd hun rechtsmacht op grond van die wet, kennis van de strafbare feiten door wie ook begaan in het gebied waarop de in het eerste lid bedoelde verklaring betrekking heeft.