Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1012
Medeplegen van het voorbereiden en bevorderen van opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen en doorvoeren van drugs als bedoeld in art. 10a lid 1 onder 2 en 3 Opw. Bewijsklacht en klacht dat onschuldpresumptie ex art. 6 lid 2 EVRM is geschonden. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1545
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 september 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/00048
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1545, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:982, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2018
Essentie
Medeplegen van het voorbereiden en bevorderen van opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen en doorvoeren van drugs als bedoeld in art. 10a lid 1 onder 2 en 3 Opw. Bewijsklacht en klacht dat onschuldpresumptie ex art. 6 lid 2 EVRM is geschonden. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
11 september 2018
Strafkamer
nr. S 17/00048
EC/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 27 december 2016, nummer 22/004057-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.