NJ 1935, p. 275
Meineed. Beteekenis van een na het afleggen der verklaring gedaan beroep op verschooning. Niet volgen van de procedure van art. 293 Sv. van geen invloed op de strafvervolging.
HR 17-12-1934, ECLI:NL:HR:1934:135, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 1934
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Kirberger en Donner
- Zaaknummer
[17121934/NJ_1935,_p._275]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Noot
Prof. Mr. B.M. Taverne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS104739:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1934:135, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑1934
- Wetingang
Essentie
Meineed. Beteekenis van een na het afleggen der verklaring gedaan beroep op verschooning. Niet volgen van de procedure van art. 293 Sv. van geen invloed op de strafvervolging.
Samenvatting
Indien req. zich na het afleggen van zijn verklaring ter terechtzitting op zijn recht van verschooning als broeder van den verd. heeft beroepen, kan deze omstandigheid in deze meineedzaak van geenerlei belang of invloed zijn, omdat het recht van verschooning enkel is gegeven om personen, die tot een verd. in bepaalde familieverhouding staan, niet te brengen in de noodzakelijkheid, eene verklaring in eene, dien verd. betreffende, strafzaak af te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.