BNB 2020/8
Meestbegunstigingsclausule
HR 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:57, m.nt. S.C.W. Douma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. Feteris, Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
17/04584
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
S.C.W. Douma
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS175933:1
- Vakgebied(en)
Dividendbelasting / Verdragsaspecten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:57, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:181, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑10‑2017
- Wetingang
Art. 10 lid 10 Verdrag Nederland-Zuid-Afrika t.v.v.d.b.
Essentie
Meestbegunstigingsclausule
Samenvatting
Belanghebbende, X Ltd, gevestigd in Zuid-Afrika, houdt alle aandelen in B BV die in Nederland is gevestigd. B BV heeft in maart 2013 dividend aan belanghebbende ter beschikking gesteld en ter zake 5% dividendbelasting ingehouden en afgedragen. Belanghebbende heeft vergeefs verzocht om teruggaaf van de afgedragen dividendbelasting. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende op grond van de meestbegunstigingsclausule in het Verdrag Nederland-Zuid-Afrika recht heeft op teruggaaf.
HR: De meestbegunstigingsclausule van het verdrag is van toepassing indien een later gesloten belastingverdrag tussen Zuid-Afrika en een derde land tot een beperking leidt van de Zuid-Afrikaanse belasting over dividenden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.