NJ 1943/264
Nivea-huidcrême (Beiersdorf) en Hamea-huidcrême (Mijnhardt). Gebruik van eene verpakking, die den gebruiker kan doen profiteeren van het bedrijfsdebiet van een concurrent. Onbetamelijkheid in het handelsverkeer? Verwarringsgevaar? Oneerlijke mededinging?
HR 05-03-1943, ECLI:NL:HR:1943:119
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 1943
- Magistraten
Mrs. van Loon, Fick, Nypels, van der Meulen en Weitjens
- Zaaknummer
[05031943/NJ_1943-264]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS107513:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:119, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑1943
- Wetingang
(BW art. 1401; Merkenwet 1893 art. 3.)
Essentie
Nivea-huidcrême (Beiersdorf) en Hamea-huidcrême (Mijnhardt). Gebruik van eene verpakking, die den gebruiker kan doen profiteeren van het bedrijfsdebiet van een concurrent. Onbetamelijkheid in het handelsverkeer? Verwarringsgevaar? Oneerlijke mededinging?
Samenvatting
De stelling, dat het enkel gebruik van eene verpakking, die den gebruiker kan doen profiteeren van het bedrijfsdebiet van een concurrent, als makende inbreuk op de in het maatschappelijk verkeer tegenover dien concurrent in acht te nemen zorgvuldigheid, onrechtmatig is, kan niet worden aanvaard; immers zulk een gebruik zonder meer, waarbij niet blijkt van het doen ontstaan van verwarringsgevaar — de Rechtb. had dit gevaar wel aanwezig geacht, het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.