Einde inhoudsopgave
Wet gewetensbezwaren militaire dienst
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
03-10-2018, Stb. 2019, 160 (uitgifte: 25-04-2019, kamerstukken: 34764)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-2019, Stb. 2019, 234 (uitgifte: 28-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Geen straf wordt opgelegd of het voorwaardelijke karakter van een opgelegde straf herroepen dan nadat de tewerkgestelde in de gelegenheid is gesteld zich schriftelijk binnen zes maal vierentwintig uur te verantwoorden. Bij de uitnodiging zich te verantwoorden worden afschriften van de op de zaak betrekking hebbende stukken meegezonden, tenzij het belang van geheimhouding van gegevens of het belang van derden zich daartegen verzet.
2.
De tewerkgestelde die zich overeenkomstig het eerste lid heeft verantwoord wordt op verzoek in de gelegenheid gesteld ten overstaan van de strafoplegger dan wel een door deze aangewezen andere persoon een nadere mondelinge toelichting op de verantwoording te geven.
3.
De strafoplegging of herroeping geschiedt schriftelijk en is met redenen omkleed.
4.
De gestrafte ontvangt van de strafoplegging of herroeping onverwijld bericht door toezending of uitreiking van het daartoe strekkende besluit. Daarbij wordt degene medegedeeld binnen welke termijn en bij welke instantie degene beroep kan instellen.