Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/49/EG betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2003
- Bronpublicatie:
03-06-2003, PbEU 2003, L 157 (uitgifte: 26-06-2003, regelingnummer: 2003/49/EG)
- Inwerkingtreding
26-06-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2003, PbEU 2003, L 157 (uitgifte: 26-06-2003, regelingnummer: 2003/49/EG)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Vennootschapsbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
Richtlijn van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 94,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In een interne markt die de kenmerken van een binnenlandse markt heeft, zouden transacties tussen ondernemingen van verschillende lidstaten niet aan minder gunstige belastingvoorschriften onderworpen moeten zijn dan die welke voor soortgelijke transacties tussen ondernemingen van eenzelfde lidstaat gelden.
- (2)
Met betrekking tot uitkeringen van interest en royalty's wordt thans niet aan deze eis voldaan; de nationale belastingwetten, in voorkomend geval in samenhang met bilaterale of multilaterale overeenkomsten, kunnen niet altijd waarborgen dat dubbele belasting wordt geëlimineerd en de toepassing ervan plaatst de betrokken ondernemingen vaak voor belastende administratieve formaliteiten en kasmiddelenproblemen.
- (3)
Er moet worden gewaarborgd dat uitkeringen van interest en royalty's eenmaal in een lidstaat worden belast.
- (4)
De afschaffing van de belasting op uitkeringen van interest en royalty's in de lidstaat waar zij ontstaan, ongeacht of deze door inhouding aan de bron of door aanslag wordt geïnd, is het geschiktste middel om deze formaliteiten en problemen uit te bannen en een gelijke fiscale behandeling van nationale en transnationale transacties te waarborgen. Deze belasting moet met name worden afgeschaft voor uitkeringen tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten en tussen vaste inrichtingen van deze ondernemingen.
- (5)
De regelingen dienen uitsluitend van toepassing te zijn op het eventuele bedrag aan interest of royalty's dat zonder een bijzondere verhouding tussen de betaler en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen.
- (6)
Het mag de lidstaten bovendien niet worden belet passende maatregelen ter bestrijding van fraude of misbruik te nemen.
- (7)
Aan Griekenland en Portugal moet om begrotingsredenen een overgangsperiode worden toegestaan gedurende welke zij de belasting op uitkeringen van interest en royalty's, ongeacht of deze door inhouding aan de bron of door aanslag wordt geïnd, geleidelijk kunnen verlagen, totdat zij het bepaalde in artikel 1 kunnen toepassen.
- (8)
Spanje heeft een plan ter bevordering van het Spaanse technologische potentieel gelanceerd en moet om begrotingsredenen de mogelijkheid krijgen tijdens een overgangsperiode het bepaalde in artikel 1 inzake uitkeringen van royalty's niet toe te passen.
- (9)
De Commissie moet drie jaar na de datum waarop de richtlijn moet zijn omgezet, verslag aan de Raad uitbrengen over de werking van deze richtlijn, in het bijzonder met het oog op uitbreiding van de werkingssfeer tot andere vennootschappen en ondernemingen en om de strekking van de definitie van interest en royalty's te herzien in het belang van de noodzakelijke convergentie van de bepalingen betreffende interest en royalty's in de nationale wetgeving en in bilaterale of multilaterale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting.
- (10)
Aangezien de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk het opstellen van een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter op het niveau van de Gemeenschap kan geschieden, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen, overeenkomstig het beginsel van subsidiariteit zoals bedoeld in artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het beginsel van evenredigheid zoals bedoeld in genoemd artikel, gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen noodzakelijk is om die doelstelling te bereiken,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: