RAR 2009, 123
Overgang van onderneming. Wanneer mag bij een overgang van onderneming worden aangenomen dat een werknemer uit vrije wil zijn arbeidsovereenkomst niet met de verkrijger voortzet?
HR 26-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4043 (Bos/Pax)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
07/10953
- LJN
BH4043
- Roepnaam
Bos/Pax
- JCDI
JCDI:ADS872771:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Personeelsaangelegenheden / Instroom en uitstroom van personeel
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BH4043, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH4043, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2007
- Wetingang
BW art. 7:611, 663
Essentie
Overgang van onderneming. Goed werkgeverschap.
Wanneer mag bij een overgang van onderneming worden aangenomen dat een werknemer uit vrije wil zijn arbeidsovereenkomst niet met de verkrijger voortzet?
Samenvatting
De werknemer is werkzaam op de logistieke afdeling van de werkgever (DE). In 2003 besteedt DE deze logistieke werkzaamheden uit aan een derde (Pax). De betrokken werknemers worden ondergebracht bij een dochteronderneming van DE (Detrex) en blijven hun werkzaamheden — thans ten behoeve van Pax — verrichten op grond van een tussen Detrex en Pax gesloten detacheringsovereenkomst. In een brief van DE aan de werknemer wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.