NJB 2011, 487
Alimentatieverplichtingen jegens exechtgenote en kinderen hebben waarde in het economisch verkeer en vormen (daarom) een Box 3-schuld. Daaraan doet niet af dat in HR 14 juni 1926, B. 3799 is beslist dat het recht op een alimentatie-uitkering niet een ‘zaak’ is. Aan binnen het huwelijk geldende verplichtingen kan in het economische verkeer geen waarde worden toegekend.
HR 11-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO0403
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
11 februari 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Tijnagel, Heisterkamp en Feteris
- Zaaknummer
10/00367
- Conclusie
A-G Niessen
- LJN
BO0403
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO0403, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 11‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO0403, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2010
- Wetingang
Wet IB 2001 art. 5.3
Essentie
Alimentatieverplichtingen jegens exechtgenote en kinderen hebben waarde in het economisch verkeer en vormen (daarom) een Box 3-schuld. Daaraan doet niet af dat in HR 14 juni 1926, B. 3799 is beslist dat het recht op een alimentatie-uitkering niet een ‘zaak’ is. Aan binnen het huwelijk geldende verplichtingen kan in het economische verkeer geen waarde worden toegekend.
Uitspraak
Cassatieberoep Staatssecretaris van Financiën.
Hoge Raad, onder meer:
‘3.1.1. Belanghebbende is gescheiden en heeft twee kinderen. Hij heeft in 2006 € 19 442 als alimentatie betaald aan zijn voormalige echtgenote. De alimentatie is in mindering gebracht op belanghebbendes inkomen uit werk en woning. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.