NJB 2013/2141
Vordering benadeelde partij: niet uitgesloten is dat voldoende rechtstreeks verband bestaat tussen de helingshandeling en de door de rechthebbende op het geheelde goed geleden schade (vgl. HR 24 maart 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD0985, NJ 1998/537). A-G: in casu anders
HR 24-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:779
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/04097
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:779, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:828, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
Vordering benadeelde partij: niet uitgesloten is dat voldoende rechtstreeks verband bestaat tussen de helingshandeling en de door de rechthebbende op het geheelde goed geleden schade (vgl. HR 24 maart 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD0985, NJ 1998/537). A-G: in casu anders
Uitspraak
Inleiding:
Vordering benadeelde partij. Verdachte is (voor zover het feit 3 betreft) veroordeeld omdat hij – kort gezegd – een personenauto (Fiat Uno Selecta U9) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde auto redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. De benadeelde partij had zich in eerste aanleg in het strafproces ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.