CRvB, 01-07-2016, nr. 15/8100 AOW-T
ECLI:NL:CRVB:2016:2488
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
01-07-2016
- Zaaknummer
15/8100 AOW-T
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:CRVB:2016:2488, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 01‑07‑2016; (Hoger beroep)
- Wetingang
art. 8:25 Algemene wet bestuursrecht
- Vindplaatsen
AB 2017/67 met annotatie van L.M. Koenraad, J.L. Verbeek
USZ 2016/307
Uitspraak 01‑07‑2016
Inhoudsindicatie
Weigering bijstand of vertegenwoordiging door een persoon, die geen advocaat is en tegen wie ernstige bezwaren bestaan op grond van artikel 8:25 van de Awb in verbinding met artikel 8:108 van de Awb. Bescherming van partijen. Valselijk opgemaakte documenten gebruikt.
15/8100 AOW-T
Datum beslissing: 1 juli 2016
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Beslissing als bedoeld in artikel 8:108 in samenhang met artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht
Partijen:
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (appellant)
[betrokkene] te [woonplaats] , Portugal (betrokkene)
PROCESVERLOOP
Bij brief van 25 april 2016 heeft appellant bezwaar gemaakt tegen de persoon van de heer [naam] als gemachtigde van betrokkene.
Namens betrokkene heeft [naam] bij brief van 29 april 2016 een schriftelijke reactie gegeven op deze brief.
OVERWEGINGEN
Ingevolge artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in verbinding met artikel 8:108 van de Awb kan de Raad bijstand of vertegenwoordiging door een persoon, die geen advocaat is en tegen wie ernstige bezwaren bestaan, weigeren. Het voorschrift strekt ertoe partijen te beschermen tegen gemachtigden of raadslieden van wie moet worden aangenomen dat hun optreden ernstige schade kan toebrengen.
Appellant heeft in zijn brief van 25 april 2016 bezwaar gemaakt tegen het optreden van [naam] als gemachtigde van betrokkene. Daarbij heeft appellant gemotiveerd uiteengezet dat [naam] zich in de zaken die hebben geleid tot onder meer de uitspraak van de Raad van 4 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1691, heeft bediend van valselijk opgemaakte documenten en daardoor een onjuist beeld van de werkelijkheid heeft geschetst.
Bij brief van 29 april 2016 heeft [naam] aangegeven de beschuldiging van appellant wrang te vinden.
De Raad stelt voorop dat partijen in beginsel vrij zijn in de keuze van degenen aan wie zij de behartiging van hun belangen wensen toe te vertrouwen. De Raad ziet in hetgeen door appellant is aangevoerd echter doorslaggevende redenen om toepassing te geven aan artikel 8:25 van de Awb, aangezien de door appellant opgeworpen bedenkingen vallen binnen de termen van die bepaling.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep
- -
wijst het verzoek om toepassing van artikel 8:25 van de Awb toe;
- -
bepaalt dat betrokkene tot zes weken na dagtekening van deze beslissing de gelegenheid heeft zich tot een andere gemachtigde te wenden.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 juli 2016.
(getekend) T.L. de Vries
(getekend) M.D.F. de Moor
UM