Einde inhoudsopgave
Tijdelijke regeling bestuursrecht
Artikel 2 Aanwijzing urgente zaken
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2020
- Redactionele toelichting
Deze regeling geldt voor de duur van de geldigheid van de Algemene regeling zaaksbehandeling Rechtspraak.
- Bronpublicatie:
20-04-2020, Internet 2020, www.rechtspraak.nl (uitgifte: 20-04-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-2020, Internet 2020, www.rechtspraak.nl (uitgifte: 20-04-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanvullend op artikel 3.2 van de Algemene regeling
1.
Artikel 2.2 van de Algemene regeling vermeldt de zaken die als zeer urgente zaken worden aangemerkt. Deze zaken behandelt de bestuursrechter bij voorrang.
2.
De zaken die als urgent worden aangemerkt als bedoeld in artikel 3.2 van de Algemene regeling die door de bestuursrechter kan worden behandeld, zijn:
- a.
voorlopige voorzieningen;
- b.
zaken met een relatie tot het corona-virus of tot genomen coronamaatregelen;
- c.
asielzaken (inclusief Dublinzaken), zaken die betrekking hebben op een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en verzoeken tot verlenging van een verblijfsvergunning, waarbij het gaat om een verblijfsgat);
- d.
verblijfsbeëindigingen waar ernstige openbare orde aspecten spelen;
- e.
zaken waarin een versnelde behandeling is gevraagd en verkregen.
3.
De bestuursrechter kan besluiten maatwerkzaken (bijvoorbeeld schrijnende zaken, zaken die al lang liggen, zaken waar het inkomen in het geding is) te behandelen. Dit geldt ook voor zaken die relatief eenvoudig zijn en zonder een zitting (met toepassing van artikel 8:57 of artikel 8:83, vierde lid, van de Awb) te behandelen zijn, eventueel voorafgegaan door een extra schriftelijke ronde (artikel 8:43 of artikel 8:45 van de Awb). Ook kan de bestuursrechter besluiten zaken die met behulp van een telefonische (beeld)verbinding kunnen worden gedaan, af te doen. Voor zover mogelijk behandelt de bestuursrechter vanaf de inwerkingtreding van de Algemene regeling ook andere, dan de in de vorige leden genoemde zaakscategorieën.