Burgerlijk Wetboek Boek 4
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 4:Artikel 230 [Inbreng in geval van plaatsvervulling]
Burgerlijk Wetboek Boek 4
Artikel 230 [Inbreng in geval van plaatsvervulling]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd. Voorheen art. 5.4.4 van de Wet tot vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
- Bronpublicatie:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Algemeen
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
Erfgenamen die bij plaatsvervulling opkomen, moeten behalve de door henzelf ontvangen giften, ieder naar de mate van zijn erfdeel de giften inbrengen die hij wiens plaats zij innemen, had moeten inbrengen, was hij erfgenaam geweest.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.