Einde inhoudsopgave
Besluit BDU verkeer en vervoer
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2005. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-03-2005
- Redactionele toelichting
Dit besluit werkt terug t/m het tijdstip waarop de Wet BDU verkeer en vervoer (23-12-2004, Stb. 2005, 28) in werking treedt (bron iwtr.: 24-02-2005, Stb. 122).
- Bronpublicatie:
16-03-2005, Stb. 2005, 173 (uitgifte: 05-04-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-04-2005, terugwerkend tot: 16-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2005, Stb. 2005, 173 (uitgifte: 05-04-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
1.
In afwijking van artikel 3 vervallen de betalingstermijnen van de uitkering, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de wet, die zijn verstreken op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, binnen acht weken na dat tijdstip.
2.
De bijdrage voor de exploitatie van openbaar vervoer, bedoeld in artikel 76 van de Wet personenvervoer 2000, die in het jaar voorafgaand aan het eerste uitkeringsjaar is verstrekt, wordt onder verrekening van de betaalde voorschotten, betaald in vijf gelijke termijnen.
3.
De bijdrage voor de exploitatie van regionale treindiensten, bedoeld in artikel 3 van de Regeling experimenten regionale treindiensten, die in het jaar voorafgaand aan het eerste uitkeringsjaar is verstrekt, wordt onder verrekening van de betaalde voorschotten, betaald in vijf gelijke termijnen.
4.
De termijnen, bedoeld in het tweede en derde lid, bedragen elk een vijfde van het verschil van de verleende bijdrage en van het bedrag van de betaalde voorschotten.
5.
Artikel 3 en het eerste lid zijn van overeenkomstige toepassing op het vervallen van de betalingstermijnen, bedoeld in het tweede en derde lid.