Einde inhoudsopgave
Zorgverzekeringswet
Artikel 28a [Inspraakregeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
06-03-2020, Stb. 2020, 95 (uitgifte: 18-03-2020, kamerstukken: 34971)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-08-2020, Stb. 2020, 323 (uitgifte: 09-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Marktordening gezondheidszorg
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
De zorgverzekeraar stelt een schriftelijke regeling vast waarin wordt bepaald op welke onderdelen van het beleid hij zijn verzekerden in de gelegenheid stelt inspraak uit te oefenen. In die regeling wordt tevens bepaald op welke wijze de inspraak kan worden verkregen en op welke wijze de verzekerden worden geïnformeerd over de resultaten van de inspraak alsmede over hetgeen daarmee is gedaan.
2.
In de regeling worden in elk geval onderdelen aangewezen van het beleid betreffende:
- a.
het met zorgaanbieders sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de zorg of overige diensten;
- b.
de wijze waarop de zorgverzekeraar met zijn verzekerden communiceert.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in aanvulling op het bepaalde in het tweede lid beleidsterreinen worden aangewezen waarvan onderdelen in de regeling moeten worden aangewezen.
4.
De zorgverzekeraar stelt zijn verzekerden in de gelegenheid inspraak uit te oefenen overeenkomstig het bepaalde in de regeling, bedoeld in het eerste lid.
5.
De zorgverzekeraar behoeft de instemming van de vertegenwoordiging, bedoeld in artikel 28, tweede lid, voor de vaststelling, wijziging of intrekking van de regeling. De zorgverzekeraar mag de regeling uitsluitend vaststellen zonder instemming van de vertegenwoordiging, indien het onthouden van de instemming door de vertegenwoordiging onredelijk is.
6.
De zorgverzekeraar maakt de regeling openbaar.