Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004
Artikel 7 Rekenregels premievrije waarde
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
18-12-2006, Stb. 2006, 709 (uitgifte: 28-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2006, Stb. 2006, 709 (uitgifte: 28-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Pensioenuitvoerders berekenen:
- a.
de pensioenaanspraken, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel a, overeenkomstig artikel 76 en 83 van de Pensioenwet en artikel 91 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
- b.
de afkoopsom, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel b, op basis van de actuariële grondslagen; en
- c.
de aanspraken, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel c, overeenkomstig artikel 55 van de Pensioenwet en artikel 66 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
2.
Vervallen.
3.
Wanneer de in de pensioenregeling van de betrokken deelnemer of gewezen deelnemer vastgestelde ingangsdatum van het pensioen lager is dan 65 jaren, vinden de berekeningen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, plaats na eerst de premievrije waarde van de totale evenredige aanspraken in de pensioenregeling te hebben verminderd met de evenredige aanspraken in de pensioenregeling voor zover die na het bereiken van de leeftijd van 65 jaren worden uitgekeerd.
4.
In dit artikel wordt onder de actuariële grondslagen verstaan:
- a.
de grondslagen die een pensioenfonds of beroepspensioenfonds volgens zijn actuariële en bedrijfstechnische nota hanteert voor de waardering van zijn pensioenverplichtingen; onderscheidenlijk
- b.
de actuariële methoden die een verzekeraar hanteert voor de vaststelling van de technische voorzieningen.