RFR 2012/26
Kinderontvoering. Bij welke rechter dient een op het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 gebaseerd verzoek tot teruggeleiding van een kind te worden ingediend?
HR 09-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BU2834
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/04386 (CW 2613)
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BU2834
- JCDI
JCDI:ADS910738:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BU2834, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BU2834, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2011
- Wetingang
Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 art. 12
Essentie
Kinderontvoering.
Bij welke rechter dient een op het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 gebaseerd verzoek tot teruggeleiding van een kind, dat beweerdelijk ongeoorloofd naar een andere verdragsluitende staat is overgebracht of daar wordt vastgehouden, te worden ingediend?
Samenvatting
Na de echtscheiding van de ouders heeft de rechtbank het hoofdverblijf van het kind, waarover de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, bij de man bepaald. De man woont in Nederland en de vrouw in België. Na een verblijf van het kind bij de vrouw tijdens de zomervakantie, weigerde de vrouw het kind naar de man terug te brengen. De man vorderde in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.