Hof Arnhem-Leeuwarden, 13-10-2020, nr. 21-001448-18
ECLI:NL:GHARL:2020:8249
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
13-10-2020
- Zaaknummer
21-001448-18
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2020:8249, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 13‑10‑2020; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:762
Uitspraak 13‑10‑2020
Inhoudsindicatie
Veroordeling voor onder andere mensensmokkel. Criminele organisatie. Gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden. Overschrijding van de redelijke termijn.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001448-18
Uitspraak d.d.: 13 oktober 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 20 februari 2018 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 08-963573-15 en 08-963556-16, tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag] 1979,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 29 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. H. Weisfelt, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Gelet op het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, staat voor verdachte geen hoger beroep open tegen de in eerste aanleg gegeven (deel)vrijspraken ter zake van het onder parketnummer 08-963573-15 onder 5, onder 8 ter zake van de rijbewijzen op naam van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] en onder 9 ten laste gelegde. Het hof zal verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing ter zake van het onder 5, onder 8 ter zake van de rijbewijzen op naam van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] en onder 9 ten laste gelegde. Voor zover het hoger beroep van verdachte is gericht tegen dat deel van het vonnis waarvan beroep waarbij hij ter zake van het onder 1 t/m 4, 6 t/m 8, 10 en onder parketnummer 08/963556-16 ten laste gelegde is veroordeeld is hij ontvankelijk.
Het vonnis waarvan beroep
Verdachte is bij vonnis van 20 februari 2020 door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan twee jaren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren wegens – kort gezegd – mensensmokkel (feit 1 t/m 3), witwassen (feit 4), deelname aan een criminele organisatie (feit 6), het voorhanden hebben van (ver)vals(t)e reisdocumenten (feit 7 en 8 primair) en bijstandsfraude (08/963556-16). De rechtbank heeft een bij verdachte aangetroffen geldbedrag verbeurdverklaard en voor wat betreft de overige inbeslaggenomen voorwerpen bepaald dat verdachte deze terugkrijgt.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen nu in hoger beroep de tenlastelegging is gewijzigd waardoor het hof deels tot een andere bewezenverklaring komt en omdat het hof tot een andere strafoplegging komt en zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 08-963573-15:
1.hij in of omstreeks de periode 1 mei tot en met 22 juni 2015 te Putten en/of (elders) in Nederland en/of te Griekenland en/of te Frankrijk (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt een of meer personen, in het dossier aangeduid als:
- [persoon 1] , geboren op [geboortedag] -1978 te [geboorteplaats] (Syrie)
- [persoon 2] , geboren op [geboortedag] -1987 te [geboorteplaats] (Syrie) […]
- [persoon 3] , geboren op [geboortedag] -2014 te [geboorteplaats] (Syrie)
- [persoon 4] , geboren op [geboortedag] -2010 te [geboorteplaats] (Syrie)
- [persoon 5] , geboren op [geboortedag] -2011 te [geboorteplaats] (Syrie)
(allen) met de Syrische nationaliteit,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, door
- telefonische contacten en/of via viber contacten te leggen en/of te onderhouden en/of te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen en/of
- ( valse) Griekse verblijfsvergunningen in te vullen op naam van die bovengenoemde personen en/of te regelen voor en/of op te sturen naar die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen en/of instructies te geven hoe deze (valse) Griekse verblijfsvergunningen in de paspoorten van bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, te plakken
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, met een door verdachte bestuurde (personen) auto van Frankrijk naar Nederland te vervoeren en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, onderdak te verlenen en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, te adviseren de paspoorten bij hem, verdachte, achter te laten en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel af te zetten en/of
- zich door die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of verblijf in Nederland van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd;
2.hij in of omstreeks de periode 1 september 2014 tot en met 5 januari 2015 te Putten en/of (elders) in Nederland en/of te Griekenland en/of te Spanje (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt een persoon, in het dossier aangeduid als:
- [persoon 6] , geboren op [geboortedag] -1983 te [geboorteplaats] (Syrië) met de Syrische nationaliteit,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Spanje en/of Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, door
- telefonische contacten en/of via viber contacten te leggen en/of te onderhouden en/of te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en/of
- één of meer tickets voor bovengenoemde persoon te regelen en/of
- een(valse) Griekse verblijfsvergunning in te vullen op naam van die bovengenoemde persoon en/of te regelen voor en/of op te sturen naar die bovengenoemde persoon en/of instructies te geven hoe deze (valse) Griekse verblijfsvergunningen in het paspoort van bovengenoemde persoon te plakken
- die bovengenoemde persoon, met een door verdachte bestuurde (personen) auto van Spanje naar Nederland te vervoeren en/of
- die bovengenoemde persoon onderdak te verlenen en/of
- die bovengenoemde persoon te adviseren zijn paspoort bij hem, verdachte, achter te laten en/of
- die bovengenoemde persoon bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel af te zetten en/of
- zich door die bovengenoemde persoon hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Spanje en/of Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of verblijf in Nederland van die bovengenoemde persoon heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd;
3.hij in of omstreeks de periode 1 september 2014 tot en met 1 december 2014 te Putten en/of (elders) in Nederland en/of te Griekenland (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt, in het dossier aangeduid als:
- [persoon 7] , geboren op [geboortedag] -1975 te [geboorteplaats] (Syrië) met de Syrische nationaliteit,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
- telefonische contacten en/of via viber contacten te leggen en/of te onderhouden en/of te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en/of
- één of meer tickets voor bovengenoemde persoon te regelen en/of
- één of meer hotelovernachtingen voor bovengenoemde persoon te regelen en/of
- een (valse) Griekse verblijfsvergunning in te vullen op naam van die bovengenoemde persoon en/of te regelen voor en/of op te sturen naar die bovengenoemde persoon en/of instructies te geven hoe deze (valse) Griekse verblijfsvergunning in het paspoort van bovengenoemde persoon te plakken en/of
- zich door die bovengenoemde persoon hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Nederland van die bovengenoemde persoon heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd;
4.hij in of omstreeks de periode van 19 september 2014 tot en met 16 september 2015, te Putten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen (telkens) van één of meer geldbedragen (onder meer een bedrag van 8000 euro)
-de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, dan wel heeft/hebben verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die geldbedrag(en) is/zijn en/of
-heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van één of meer geldbedragen gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat/die geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
6.hij in of omstreeks de periode van 19 september 2014 tot en met 19 januari 2016 te Putten en/of te Eindhoven en/of elders in Nederland en/of Duitsland en/of te Milaan, althans in Italië en/of te Wenen, althans in Oostenrijk en/of te Boedapest, althans in Hongarije heeft deelgenomen aan een organisatie, (onder meer) bestaande uit verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of één of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht)
7.hij in of omstreeks de periode van 29 december 2014 tot en met 21 september 2015 te Putten, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer reisdocument(en) en/of identiteitsbewijs/bewijzen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten één of meer Syrische paspoorten op naam van de volgende personen:
- [persoon 1] , geboren op [geboortedag] -1978 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 2] , geboren op [geboortedag] -1987 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 3] , geboren op [geboortedag] -2014 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 4] , geboren op [geboortedag] -2010 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 5] , geboren op [geboortedag] -2011 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 6] , geboren op [geboortedag] -1983 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [verdachte] geboren op [geboortedag] -1979, voorzien van nummer eindigend op […] ,
waarvan hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze vals of vervalst was/waren, heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, bestaande de valsheid hieruit dat,
- Op bladzijde 13 van het paspoort op naam van [persoon 1] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 11 van het paspoort op naam van [persoon 2] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 9 van het paspoort op naam van [persoon 3] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 11 van het paspoort op naam van [persoon 4] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 13 van het paspoort op naam van [persoon 5] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 10 van het paspoort op naam van [persoon 6] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd
- In het paspoort van [verdachte] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als blanco gestolen stond gesignaleerd.
8. primairhij in of omstreeks de periode van 1 mei 2014 tot en met 16 september 2015 te Putten, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer reisdocument(en) en/of identiteitsbewijs/bewijzen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten één of meer Griekse rijbewijzen op naam van de volgende personen:
- [verdachte] , geboren op [geboortedag] -1979 (Griekse rijbewijzen voorzien van nummers […] en […] ) en/of
waarvan hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze vals of vervalst was/waren, heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, bestaande de valsheid hieruit dat:
- bovengenoemde rijbewijzen op naam van [verdachte] , voornoemd, was/waren voorzien van (een) lamina(a)t(en) welke afwijkende optisch variabele beelden vertoont ten opzichte van originele laminaten welke zijn aangebracht op de door de autoriteiten van Griekenland afgegeven documenten van deze modellen;
8.subsidiairhij in of omstreeks de periode van 1 mei 2014 tot en met 16 september 2015 te Putten, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft/hebben gebruikt en/of afgeleverd en/of voorhanden gehad één of meer valse en/of vervalste rijbewijzen op naam van:
- [verdachte] , geboren op [geboortedag] -1979 (Griekse rijbewijzen voorzien van nummers […] en […] ) en/of
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen
-, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het (telkens) echt en onvervalst, bestaande de valsheid hieruit dat:
-bovengenoemde rijbewijzen op naam van [verdachte] , voornoemd, was/waren voorzien van (een) lamina(a)t(en) welke afwijkende optisch variabele beelden vertoont ten opzichte van originele laminaten welke zijn aangebracht op de door de autoriteiten van Griekenland afgegeven documenten van deze modellen.
Zaak met parketnummer 08-963556-16 (gevoegd):
1.hij in of omstreeks de periode van 25 april 2014 tot en met 31 december 2015 te Putten, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de op grond van artikel 17 Wet Werk en Bijstand / Participatiewet geldende inlichtingenplicht, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken,
immers heeft hij, verdachte opzettelijk nagelaten aan de gemeente Putten, afdeling Samenleving, te melden dat hij, verdachte toen en daar, althans in enig(e) tijdvak(ken)
in die periode werkzaamheden verrichtte en/of inkomsten uit die werkzaamheden genoot en/of inkomsten uit (een) andere bron(nen) genoot en/of in bezit was van een geldbedrag van (ongeveer) 8000 euro,
zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand / Participatiewet, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak feit 4 (witwassen)
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het aan hem onder 4 ten laste gelegde feit. Het hof heeft het standpunt van de advocaat-generaal zo begrepen dat verdachte een op voorhand niet hoogst onaannemelijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het geldbedrag en dat hij daarom vrijgesproken dient te worden.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat het enkele verstoppen van het geld onder een kussen van de bank onvoldoende is om van verhullen in juridische zin te kunnen spreken.
Oordeel hof
Het hof acht bewezen dat de € 8000,- die onder verdachte in beslag is genomen en welk bedrag onder de bank in de woonkamer van verdachte werd aangetroffen afkomstig is uit misdrijven die door hem, verdachte, zijn begaan. Met de rechtbank overweegt het hof dat het een feit van algemene bekendheid is dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld. Het in een woning aanwezig hebben van een grote hoeveelheid chartaal geld in een plastic tas onder de bank is zeer ongebruikelijk, onder meer vanwege de veiligheidsrisico’s. Crimineel geld maakt het kennelijk de moeite waard dat risico te lopen. Dat verdachte beschikte over € 8000,- aan contanten verhoudt zich bovendien niet tot het inkomen van verdachte, te weten een bijstandsuitkering.
Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat de verklaring van verdachte over de herkomst van het geld onvoldoende concreet en verifieerbaar is. Verdachte heeft wisselend verklaard over de herkomst van het geld, het moment waarop hij het geld voorhanden heeft gekregen en de redenen waarom hij een dergelijk hoog geldbedrag in zijn woning aanwezig had. Verdachte stelt eerst dat hij bescheiden van de Griekse bank aan de politie heeft overhandigd zonder enige nadere specificering en verklaart vervolgens tijdens de zitting in hoger beroep dat hij enkel de gegevens van de bank aan de politie heeft verstrekt. Naar het oordeel van het hof kon op basis van deze algemene en niet concrete informatie niet van het openbaar ministerie worden verlangd dat zij nader onderzoek moest doen.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht "om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen". Gelet hierop moet worden aangenomen dat indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Er moet dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het enkele fysiek verstoppen van een geldbedrag onvoldoende om de criminele herkomst daarvan te verbergen.
Nu enkel is gebleken dat verdachte het geld onder de bank heeft verstopt kan naar het oordeel van het hof niet bewezen worden dat verdachte getracht heeft de criminele herkomst te verbergen. Het hof heeft derhalve uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 4 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Deelvrijspraak feit 7
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor al hetgeen ten laste is gelegd onder feit 7.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 7 vrijspraak bepleit. Het is een Grieks document dat hooguit wat slordig is. Dit maakt het nog niet vals.
Oordeel hof
Aan verdachte is onder feit 7 ten laste gelegd dat hij een (ver)vals(t) reisdocument / identiteitsbewijs voorhanden heeft gehad op naam van [verdachte] . Uit het dossier leidt het hof af dat op de telefoon van verdachte een foto is aangetroffen met daarop een afbeelding van een Syrisch paspoort op naam van [verdachte] , voorzien van een verblijfsvergunning die als blanco gestolen stond geregistreerd door Griekenland. Verdachte heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat hij niets van dit paspoort weet en dat hij deze niet voorhanden heeft gehad.
Naar het oordeel van het hof kan enkel op basis van een foto op een telefoon niet bewezen worden dat verdachte dit paspoort in de tenlastegelegde periode voorhanden heeft gehad. Het hof spreekt verdachte dan ook vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Leeswijzer
Verdachte wordt verdacht van verschillende feiten die in nauw onderling verband met elkaar staan. Het hof zal beginnen met het bespreken van de feiten 1 t/m 3 (mensensmokkel) en feit 7 (het voorhanden hebben van (ver)vals(t)e reisdocumenten / identiteitsbewijzen). Hierna wordt feit 6 (deelname aan een criminele organisatie) besproken. Vervolgens zal aan de orde komen de bespreking van feit 8 (het voorhanden hebben van een (ver)vals(t) identiteitsbewijs op naam van verdachte). Tot slot zal behandeld worden het feit zoals ten laste gelegd onder parketnummer 08-963556-16 (bijstandsfraude).
Per onderdeel zullen telkens eerst kort de standpunten van de advocaat-generaal en de verdediging besproken worden. Vervolgens wordt het oordeel van het hof uiteen gezet.
Feiten 1 t/m 3 en 7
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor de aan hem ten laste gelegde feiten. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten bewezen verklaard kunnen worden op de manier zoals de rechtbank dat in eerste aanleg heeft gedaan. Ten aanzien van feit 2 heeft hij nog opgemerkt dat er ook voldoende bewijs is voor medeplegen. Tenslotte heeft de advocaat-generaal aangegeven dat het toegevoegde onderdeel “terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt” ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 kan worden bewezenverklaard.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden van de aan hem ten laste gelegde feiten. Hij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat het oogmerk van verdachte nooit geweest is om ervoor te zorgen dat mensen wederrechtelijk de toegang tot onder andere Nederland zouden krijgen. Hij is die mensen slechts behulpzaam geweest bij het verkrijgen van een verblijf in de Europese Unie. Hij regelde via een advocaat in Griekenland verblijfsvergunningen maar heeft daarmee geen opzet gehad op de valsheid.
Oordeel hof
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder als volgt.
Voor mensensmokkel is vereist dat de verdachte, al dan niet uit winstbejag, behulpzaam is geweest een persoon toegang tot of doorreis door of verblijf te verschaffen in Nederland of een andere lidstaat van de EU, of betrokkene daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden, dat de toegang of doorreis wederrechtelijk is. Voor hulp bij illegaal verblijf (art. 197a lid 2) is het winstbejag een vereiste.
Een beroep of gewoonte maken als bedoeld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht duidt erop dat verdachte zich vaker en met enige regelmaat schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel.
Naar het oordeel van het hof kunnen de afzonderlijke mensensmokkelfeiten bewezen worden en kan op basis van de bewijsmiddelen bovendien bewezen worden – gelet op de duur, het aantal personen, de steeds dezelfde gebruikte modus operandi en de professionele aanpak – dat verdachte hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft. Het hof neemt hierin mee de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] waaruit blijkt dat verdachte aan hem heeft verteld dat hij zich bezighield met Griekse verblijfsvergunningen die in Syrische paspoorten werden geplakt en dat mensen dan via Ecuador moesten reizen.
Feit 1
Verdachte heeft bekend dat hij de familie [familienaam] afkomstig uit Syrië, bestaande uit [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] , [persoon 4] en [persoon 5] , in juni 2015 met de auto heeft opgehaald uit Frankrijk. [persoon 1] heeft verklaard dat hij de gegevens van zichzelf en van zijn familie op voorhand aan verdachte heeft gegeven en dat verdachte de valse ingevulde Griekse verblijfsvergunningen vervolgens via DHL naar hem toestuurde. [persoon 1] moest per verblijfsvergunning € 4000,- aan verdachte betalen. Na ontvangst moest [persoon 1] aan verdachte een foto sturen om te laten zien dat de sticker met de verblijfsvergunning goed zat. De familie [familienaam] is op aanwijzing van verdachte vanuit Libanon naar Ecuador gevlogen. Met de paspoorten met daarin de door verdachte verstrekte verblijfsvergunningen is de familie [familienaam] vanuit Ecuador (uiteindelijk) naar Frankrijk gevlogen. In de mobiele telefoon van verdachte zijn twee screenshots aangetroffen met berichten van [persoon 1] aan verdachte. In het ene bericht staat dat de verblijfsvergunningen zijn gecheckt en goed zijn bevonden en in het andere bericht staat dat [persoon 1] in Frankrijk is aangekomen, dat alles goed ging en dat de paspoorten zijn afgestempeld. Het contact tussen verdachte en [persoon 1] verliep via Viber. Nadat verdachte de familie [familienaam] had opgehaald in Frankrijk hebben deze gesmokkelden twee dagen bij verdachte thuis verbleven alvorens hij hen bij het AZC in Ter Apel heeft afgezet. Verdachte heeft de familie geadviseerd om de paspoorten bij hem achter te laten. Deze paspoorten heeft hij vervolgens aan zijn vriendin, [betrokkene 1] , in bewaring gegeven.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat bewezen is dat verdachte bovengenoemde personen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Frankrijk, België en Nederland en hen uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en dat hij hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft.
Feit 2
Verdachte heeft bekend dat hij [persoon 6] met de auto heeft opgehaald uit Spanje en hem uiteindelijk naar het AZC in Ter Apel heeft gebracht. De Syriër [persoon 6] heeft verklaard dat hij in maart of april 2014 zijn gegevens naar verdachte heeft gestuurd. Het contact verliep via Viber. Op aanwijzing van verdachte kon [persoon 6] een Griekse verblijfsvergunning ophalen in Beiroet (Libanon). Op de telefoon van verdachte werd een afbeelding aangetroffen van een Griekse verblijfsvergunning op naam van [persoon 6] . Behalve voor de reis naar Libanon heeft verdachte alle tickets voor [persoon 6] geregeld. [persoon 6] is eerst naar Ecuador gevlogen en is vervolgens na 2 dagen doorgevlogen naar Madrid. Vanaf hier is hij naar Barcelona gereisd, waar hij vervolgens is opgehaald door verdachte. Voor de gehele reis werd een bedrag afgesproken van € 7500,-. Toen [persoon 6] in Barcelona aankwam moest hij plots nog eens € 1800,- aan verdachte betalen. [persoon 6] heeft voordat hij naar het AZC in Ter Apel werd gebracht 2 dagen bij verdachte thuis verbleven. Verdachte heeft [persoon 6] geadviseerd om zijn paspoort bij hem achter te laten. Dit paspoort heeft verdachte vervolgens aan zijn vriendin, [betrokkene 1] , in bewaring gegeven.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat bewezen is dat verdachte bovengenoemde persoon behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Frankrijk, België en Nederland en hem uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en dat hij hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft.
Feit 3
De Syriër [persoon 7] heeft verklaard dat hij via via in contact is gekomen met verdachte. Het contact verliep onder andere via Viber. Verdachte regelde de hele reis van [persoon 7] , waaronder ook de tickets. Hij ging met een taxi van Damascus naar Beiroet. Vanaf daar is hij met verschillende tussenlandingen gevlogen naar Ecuador. Verdachte heeft aan [persoon 7] , naar het hotel waar hij verbleef in Ecuador, een vals visum opgestuurd via DHL. [persoon 7] heeft dit visum zelf in zijn paspoort geplakt en kreeg de instructie om het visum bij aankomst in Amsterdam te verwijderen. [persoon 7] heeft dit uiteindelijk in het vliegtuig verwijderd. Er is ook geconstateerd door het Bureau Falsificaten Schiphol dat er een hele pagina uit het paspoort verwijderd was. [persoon 7] heeft voor de gehele reis € 10.000,- aan verdachte betaald. Op de telefoon van verdachte werd een afbeelding aangetroffen van een Griekse verblijfsvergunning op naam van [persoon 7] .
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat bewezen is dat verdachte bovengenoemde persoon behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Frankrijk, België en Nederland en dat hij hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft.
Feit 7
Zoals hiervoor is overwogen hebben de familie [familienaam] en [persoon 6] hun paspoorten – op zijn advies – bij verdachte achtergelaten. Verdachte heeft verklaard dat hij deze paspoorten vervolgens aan zijn vriendin in bewaring heeft gegeven. In het schoolkluisje van zijn vriendin, mevrouw V. Albutrus, zijn deze paspoorten aangetroffen.
Blijkens de daartoe opgestelde processen-verbaal zijn de paspoorten van [persoon 1] , [persoon 2] , Adnan [persoon 4] [familienaam] en [persoon 5] vervalst, omdat de paspoorten waren voorzien van vervalste Griekse verblijfsvergunningen.
Voorts blijkt volgens het daartoe opgemaakte proces-verbaal dat het inbeslaggenomen Syrisch paspoort van [persoon 6] is vervalst, omdat op bladzijde 10 van dit paspoort een vervalste Griekse verblijfsvergunning is aangebracht welke verblijfsvergunning vervalst is. Zoals eerder overwogen is op de telefoon van verdachte een afbeelding van deze verblijfsvergunning aangetroffen. Voorts is op de telefoon een filmbestand aangetroffen waarop een paspoort is te zien dat voorzien is van voornoemde verblijfsvergunning en een paspoort op naam van [persoon 6] met het nummer […] .
De verklaring van verdachte dat hij de verblijfsvergunningen regelde via een Griekse advocaat en dat hij niet wist dat deze (ver)vals(t) waren is niet aannemelijk geworden.
Het hof is van oordeel dat bewezen is dat verdachte de vervalste paspoorten van [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] , [persoon 4] , [persoon 5] en [persoon 6] voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze (ver)vals(t) waren.
Feit 6
Het hof stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.
Aan verdachte is ten laste gelegd – zakelijk weergegeven – dat hij in de periode van 19 september 2014 tot en met 19 januari 2016 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en/of één of meer anderen.
De criminele organisatie had volgens de tenlastelegging het oogmerk tot het plegen van de volgende misdrijven:
- -
Mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht) en/of
- -
Witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht).
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.
Medeverdachte [medeverdachte 1] is betrokken geweest bij een groot aantal mensenhandeltransporten, waarbij naar zijn zeggen in totaal zo’n 200 mensen zijn vervoerd. Hij heeft hierbij een organiserende/leidinggevende rol gespeeld. [medeverdachte 2] heeft in augustus/september 2014 en in de periode van april tot eind mei 2015 samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte 1] . Deze samenwerking bestond hieruit dat Alomar auto’s inlaadde in Milaan in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 4] heeft in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] te Wenen en Boedapest handelingen verricht, te weten het begeleiden van te smokkelen personen naar de juiste auto’s en het betalen van chauffeurs. Tevens heeft hij geld voor medeverdachte [medeverdachte 1] meegenomen naar Nederland. [betrokkene 2] huurde auto’s en regelde chauffeurs in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] verrichtte allerlei aan mensensmokkel gerelateerde werkzaamheden voor medeverdachte [medeverdachte 1] .
Voor wat betreft de rol van verdachte stelt het hof vast dat hij medeverdachte [medeverdachte 1] hielp met geldoverboekingen. Verdachte heeft ook bekend dat hij hierbij geholpen heeft. Op basis van onder meer de tapgesprekken stelt het hof vast dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij door deze hulp bij geldoverboekingen de mensensmokkel ondersteunde en dat hij ook het oogmerk had om deel uit te maken van deze organisatie die als oogmerk had het plegen van mensensmokkel.
Op grond hiervan is het hof van oordeel dat de verdachte heeft behoord tot een op mensensmokkel gericht samenwerkingsverband en dat hij daarnaast ook gedragingen heeft ondersteund die verband hielden met de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk.
Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat verdachte verblijfsvergunningen ten behoeve van te smokkelen personen regelde voor medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte regelde deze verblijfsvergunningen voor mensen die hij zelf smokkelde. De wijze waarop de personen door verdachte gesmokkeld werden – per vliegtuig, via verschillende landen waarbij er sprake was van afwezigheid van een visumplicht, om vervolgens per auto vanaf een vliegveld in Europa naar Nederland vervoerd te worden – wijkt in grote mate af van de wijze waarop door [medeverdachte 1] mensen gesmokkeld werden. Uit de verklaringen van de door [medeverdachte 1] gesmokkelden blijkt ook niet dat zij gebruikgemaakt hebben van (ver)vals(t)e Griekse verblijfsvergunningen.
Naar het oordeel van het hof kan niet bewezen worden dat de criminele organisatie waar verdachte deel van uitmaakte tot oogmerk had het plegen van het misdrijf witwassen.
Daarmee komt het hof tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Feit 8 primair
Op de inbeslaggenomen telefoon van verdachte zijn afbeeldingen aangetroffen van twee Griekse rijbewijzen. Deze rijbewijzen staan op naam van verdachte en op de rijbewijzen staat de foto van verdachte. Van beide rijbewijzen is komen vast te staan dat zij vervalst zijn. Verdachte heeft zelf verklaard dat hij deze rijbewijzen feitelijk in zijn bezit heeft gehad. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij een van de rijbewijzen heeft ontvangen van [betrokkene 3] , waarvan hij wist dat deze zich in georganiseerd verband bezig hield met mensensmokkel en de daarmee gepaard gaande handel in Griekse verblijfsvergunningen.
Naar het oordeel van het hof is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de – na wijziging tenlastelegging – ten laste gelegde periode twee rijbewijzen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervals waren.
08/963556-16
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij de inlichtingenplicht, verband houdende met zijn bijstandsuitkering heeft geschonden door:
- -
niet te melden dat hij inkomsten uit andere bronnen genoot en/of;
- -
in het bezit was van een geldbedrag van € 8000,-.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat hij wist dat hij inkomsten en grote geldbedragen in verband met de inlichtingenplicht moest melden bij de gemeente Putten. Verdachte heeft ook bekend dat hij dit desondanks niet gedaan heeft.
Zoals is bewezenverklaard onder de feiten 1 tot en met 3 heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel en hieraan ook geld verdiend. Het hof stelt vast dat verdachte deze inkomsten ten onrechte niet heeft opgegeven aan de gemeente Putten. Hiermee heeft hij zijn inlichtingenplicht geschonden.
Voor wat betreft de € 8000,- heeft verdachte wisselend verklaard, maar het hof maakt uit zijn verklaringen in ieder geval op dat hij dit geld heeft meegenomen naar Nederland uit Griekenland toen hij daar voor het eerst vanuit Nederland op vakantie was. Het hof stelt aan de hand van de door verdachte ingevulde formulieren vast dat dit geweest moet zijn van 27 juni 2014 tot en met 14 juli 2014. Dit is nádat verdachte de aanvraag voor een uitkering heeft gedaan, welke aanvraag ook is toegewezen. Verdachte heeft dus in de ten laste gelegde periode, toen hij al een uitkering genoot, beschikt over een aanzienlijk geldbedrag waarvoor de inlichtingen-plicht gold. Door dit bedrag niet op te geven heeft hij deze plicht geschonden.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 1, 2, 3, 6, 7 en 8 primair en in de zaak met parketnummer 08-963556-16 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 08-963573-15:
1. hij in of omstreeks de periode 1 mei tot en met 22 juni 2015 te Putten en/of (elders) in Nederland en/of te Griekenland en/of te Frankrijk (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt een of meer personen, in het dossier aangeduid als:
- [persoon 1] , geboren op [geboortedag] -1978 te [geboorteplaats] (Syrie)
- [persoon 2] , geboren op [geboortedag] -1987 te [geboorteplaats] (Syrie) […]
- [persoon 3] , geboren op [geboortedag] -2014 te [geboorteplaats] (Syrie)
- [persoon 4] , geboren op [geboortedag] -2010 te [geboorteplaats] (Syrie)
- [persoon 5] , geboren op [geboortedag] -2011 te [geboorteplaats] (Syrie)
(allen) met de Syrische nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, door
- telefonische contacten en/of via viber contacten te leggen en/of te onderhouden en/of te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen en/of
- ( valse) Griekse verblijfsvergunningen in te vullen op naam van die bovengenoemde personen en/of te regelen voor en/of op te sturen naar die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen en/of instructies te geven hoe deze (valse) Griekse verblijfsvergunningen in de paspoorten van bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, te plakken en
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, met een door verdachte bestuurde (personen) auto van Frankrijk naar Nederland te vervoeren en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, onderdak te verlenen en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, te adviseren de paspoorten bij hem, verdachte, achter te laten en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel af te zetten en/of
- zich door die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of verblijf in Nederland van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
2. hij in of omstreeks de periode 1 september 2014 tot en met 5 januari 2015 te Putten en/of (elders) in Nederland en/of te Griekenland en/of te Spanje (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt een persoon, in het dossier aangeduid als:
- [persoon 6] , geboren op [geboortedag] -1983 te [geboorteplaats] (Syrië) met de Syrische nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Spanje en/of Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, door
- telefonische contacten en/of via viber contacten te leggen en/of te onderhouden en/of te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en/of
- één of meer tickets voor bovengenoemde persoon te regelen en/of
- een (valse) Griekse verblijfsvergunning in te vullen op naam van die bovengenoemde persoon en/of te regelen voor en/of op te sturen naar die bovengenoemde persoon en/of instructies te geven hoe deze (valse) Griekse verblijfsvergunningen in het paspoort van bovengenoemde persoon te plakken
- die bovengenoemde persoon, met een door verdachte bestuurde (personen) auto van Spanje naar Nederland te vervoeren en/of
- die bovengenoemde persoon onderdak te verlenen en/of
- die bovengenoemde persoon te adviseren zijn paspoort bij hem, verdachte, achter te laten en/of
- die bovengenoemde persoon bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel af te zetten en/of
- zich door die bovengenoemde persoon hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Spanje en/of Frankrijk en/of België en/of Nederland en/of verblijf in Nederland van die bovengenoemde persoon heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
3. hij in of omstreeks de periode 1 september 2014 tot en met 1 december 2014 te Putten en/of (elders) in Nederland en/of te Griekenland (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt, in het dossier aangeduid als:
- [persoon 7] , geboren op [geboortedag] -1975 te [geboorteplaats] (Syrië) met de Syrische nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
- telefonische contacten en/of via viber contacten te leggen en/of te onderhouden en/of te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en/of
- één of meer tickets voor bovengenoemde persoon te regelen en/of
- één of meer hotelovernachtingen voor bovengenoemde persoon te regelen en/of
- een (valse) Griekse verblijfsvergunning in te vullen op naam van die bovengenoemde persoon en/of te regelen voor en/of op te sturen naar die bovengenoemde persoon en/of instructies te geven hoe deze (valse) Griekse verblijfsvergunning in het paspoort van bovengenoemde persoon te plakken en/of
- zich door die bovengenoemde persoon hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Nederland van die bovengenoemde persoon heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
6. hij in of omstreeks de periode van 19 september 2014 tot en met 19 januari 2016 te Putten en/of te Eindhoven en/of elders in Nederland en/of Duitsland en/of te Milaan, althans in Italië en/of te Wenen, althans in Oostenrijk en/of te Boedapest, althans in Hongarije heeft deelgenomen aan een organisatie, (onder meer) bestaande uit verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of één of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht)
7. hij in of omstreeks de periode van 29 december 2014 tot en met 21 september 2015 te Putten, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer reisdocument(en) en/of identiteitsbewijs/bewijzen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten één of meer Syrische paspoorten op naam van de volgende personen:
- [persoon 1] , geboren op [geboortedag] -1978 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 2] , geboren op [geboortedag] -1987 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 3] , geboren op [geboortedag] -2014 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 4] , geboren op [geboortedag] -2010 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 5] , geboren op [geboortedag] -2011 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [persoon 6] , geboren op [geboortedag] -1983 te [geboorteplaats] (Syrië) en/of
- [verdachte] geboren op [geboortedag] -1979, voorzien van nummer eindigend op […] ,
waarvan hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze vals of vervalst was/waren, heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, bestaande de valsheid hieruit dat,
- Op bladzijde 13 van het paspoort op naam van [persoon 1] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 11 van het paspoort op naam van [persoon 2] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 9 van het paspoort op naam van [persoon 3] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 11 van het paspoort op naam van [persoon 4] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 13 van het paspoort op naam van [persoon 5] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd en/of
- Op bladzijde 10 van het paspoort op naam van [persoon 6] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als gestolen of anderszins vermist stond gesignaleerd
- In het paspoort van [verdachte] voornoemd, een verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer […] is aangebracht, welke verblijfsvergunning door de autoriteiten van Griekenland als blanco gestolen stond gesignaleerd.
8. primair hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2014 tot en met 16 september 2015 te Putten, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer reisdocument(en) en/of identiteitsbewijs/bewijzen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten één of meer Griekse rijbewijzen op naam van de volgende personen:
- [verdachte] , geboren op [geboortedag] -1979 (Griekse rijbewijzen voorzien van nummers […] en […] ) en/of
waarvan hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze vals of vervalst was/waren, heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, bestaande de valsheid hieruit dat:
- bovengenoemde rijbewijzen op naam van [verdachte] , voornoemd, was/waren voorzien van (een) lamina(a)t(en) welke afwijkende optisch variabele beelden vertoont ten opzichte van originele laminaten welke zijn aangebracht op de door de autoriteiten van Griekenland afgegeven documenten van deze modellen.
Zaak met parketnummer 08-963556-16 (gevoegd):
1. hij in of omstreeks de periode van 25 april 2014 tot en met 31 december 2015 te Putten, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de op grond van artikel 17 Wet Werk en Bijstand / Participatiewet geldende inlichtingenplicht, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken,
immers heeft hij, verdachte opzettelijk nagelaten aan de gemeente Putten, afdeling Samenleving, te melden dat hij, verdachte toen en daar, althans in enig(e) tijdvak(ken)
in die periode werkzaamheden verrichtte en/of inkomsten uit die werkzaamheden genoot en/of inkomsten uit (een) andere bron(nen) genoot en/of in bezit was van een geldbedrag van (ongeveer) 8000 euro,
zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand / Participatiewet, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, meermalen gepleegd eneen ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 2 bewezenverklaarde levert op, mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt.
Het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 3 bewezenverklaarde levert op,:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt.
Het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 6 bewezenverklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 7 en 8 primair bewezenverklaarde levert op, telkens:
een reisdocument of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplichtvoorhanden hebben, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 08-963556-16 bewezenverklaarde levert op:
in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, en terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank Overijssel heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan twee jaren voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar onvoorwaardelijk, met verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen € 8000,-.
De raadsman van verdachte heeft subsidiair een strafmaatverweer gevoerd en bepleit dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van niet langer dan de tijd dat hij al heeft vastgezeten eventueel in combinatie met een taakstraf en/of voorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat het oude feiten zijn en dat rekening gehouden dient te worden met de overschrijding van de redelijke termijn, dat de mensen op extreem nette wijze naar Nederland zijn gebracht en dat verdachte geen verdere contacten met justitie heeft gehad. Verdachte heeft een eigen bedrijf en een gezin dat hij onderhoudt.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte, waarin het hof redenen ziet om verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verschillende met elkaar samenhangende feiten. Het hof heeft bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de smokkel van zeven personen, waarbij hij een aantal van deze personen uit winstbejag behulpzaam is geweest om zich een verblijf in Nederland te verschaffen. Om deze smokkel mogelijk te maken heeft hij gezorgd voor valse verblijfsvergunningen en heeft hij de paspoorten met daarin deze valse verblijfsvergunningen voorhanden gehad. De inkomsten die hij heeft gegenereerd met de mensensmokkel heeft hij niet opgegeven aan de gemeente, waarmee hij zijn inlichtingenplicht heeft geschonden. Daarnaast heeft hij ook niet opgegeven dat hij beschikte over een geldbedrag van € 8000,-. Verdachte maakte deel uit van een criminele organisatie die het oogmerk van mensensmokkel had. Tot slot heeft hij nog twee (ver)vals(t)e rijbewijzen op zijn naam voorhanden gehad.
Het hof heeft gehoord wat de raadsman van verdachte heeft aangevoerd over de omstandigheden waarin de gesmokkelden verkeerden en het “5-sterrenvervoer” dat voor hen door verdachte verzorgd werd. Daar gelaten de vraag naar de juistheid van deze kwalificatie door de raadsman, maakt dat het handelen van verdachte niet minder ernstig. Verdachte heeft misbruik gemaakt van de afhankelijkheid van de gesmokkelde personen door voor het transport veel geld te vragen en zich te verrijken. Het financiële gewin gaf dan de doorslag, niet de veiligheid van en/of het mededogen met de gesmokkelden. Dat de gesmokkelden ook het gevoel hadden dat ze erg veel geld dienden te betalen blijkt genoegzaam uit hun verklaringen. Door zijn handelen heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit waar flink geld werd verdiend en heeft hij daarmee tevens het beleid van de betrokken overheden om een gereguleerd asielbeleid te voeren ondermijnd. Een criminele organisatie als de onderhavige vormt – gelet op de macht die zij uitoefent op haar leden en op delen van de samenleving in het algemeen – een bedreiging voor de Nederlandse samenleving als geheel.
Bij de bepaling van de strafmaat houdt het hof rekening met de straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Het hof neemt hierin mee dat uit het Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte blijkt dat hij niet eerder voor een soortgelijk feit veroordeeld is.
In de persoonlijke omstandigheden van verdachte ziet het hof geen redenen om tot matiging van de straf over te gaan.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat, als uitgangspunt, een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden passend en geboden is. Een straf zoals voorgesteld door de verdediging doet volstrekt onvoldoende recht aan de ernst van de feiten. De ernst en de aard van de feiten zijn voor het hof aanleiding over te gaan tot het opleggen van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf langer dan de tijd die verdachte tot nu toe in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Bij de bepaling van de strafmaat houdt het hof echter ook rekening met een schending van de redelijke termijn.
Als uitgangspunt heeft in een zaak als deze te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindarrest binnen twee jaar nadat hoger beroep is ingesteld, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of de verdediging op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
Namens verdachte is op 6 maart 2018 hoger beroep ingesteld. Het arrest in hoger beroep wordt gewezen op 13 oktober 2020, derhalve twee jaar en acht maanden na het instellen van het hoger beroep. Er zijn het hof geen bijzondere omstandigheden gebleken op grond waarvan er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn zal het hof verdachte niet tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, maar tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest, veroordelen.
Beslissing op beslag
Zoals is overwogen onder de vrijspraak ter zake witwassen acht het hof bewezen dat het geldbedrag van € 8000,- dat onder verdachte in beslag is genomen en welk bedrag onder de bank in de woonkamer van verdachte werd aangetroffen afkomstig is uit misdrijven die door hem, verdachte, zijn begaan. Het hof is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde geldbedrag ( € 8000,-) daarom moet worden verbeurdverklaard.
Het hof zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan hem toebehorende op de beslaglijst vermelde goederen (3 memorysticks, Samsung Tablet, bankpas, handgeschreven brief, handgeschreven papier, handgeschreven briefjes, 2 notitieboeken), aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 5, 8 ter zake van de rijbewijzen op naam van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] en 9 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 1, 2, 3, 6, 7 en 8 primair en in de zaak met parketnummer 08-963556-16 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 1, 2, 3, 6, 7 en 8 primair en in de zaak met parketnummer 08-963556-16 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
het inbeslaggenomen geldbedrag (€ 8000,-).
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 3 memorysticks
- Samsung Tablet
- Bankpas
- Handgeschreven brief
- Handgeschreven papier
- Handgeschreven briefjes
- 2 notitieboeken.
Aldus gewezen door
mr. A. van Maanen, voorzitter,
mr. A.H. Garos en mr. W.A. Holland, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.H. Diepeveen, griffier,
en op 13 oktober 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.