NJF 2018/159
Procesrecht. Appellant mag in persoon in hoger beroep procederen over verzoek ex art. 46 lid 1 Wet verwerking persoonsgegevens. Europeesrechtelijk kader reikwijdte inzagerecht. Harmonisatie Richtlijn 95/46/EG. Geen proceskostenveroordeling bij ongelijk.
Hof 's-Hertogenbosch 01-02-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:363
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
1 februari 2018
- Magistraten
Mrs. R.R.M. de Moor, S.M.A.M. Venhuizen, T. van der Valk
- Zaaknummer
200.218.562_01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2018:363, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 01‑02‑2018
- Wetingang
Art. 46 Wbp; Richtlijn 95/46/EG
Essentie
Procesrecht. Appellant mag in persoon in hoger beroep procederen over verzoek ex art. 46 lid 1 Wet verwerking persoonsgegevens. Europeesrechtelijk kader reikwijdte inzagerecht. Harmonisatie Richtlijn 95/46/EG. Geen proceskostenveroordeling bij ongelijk.
Samenvatting
Appellant heeft in eerste aanleg een verzoekschrift ingediend ex art. 46 Wbp. Dit verzoek is afgewezen en appellant komt hiertegen, in persoon, in hoger beroep. Het hof buigt zich eerst ambtshalve over de vraag of appellant, die zonder advocaat procedeert, in zijn hoger beroep kan worden ontvangen. Die vraag beantwoordt het hof bevestigend. Op grond van art. 46 lid 4 Wbp behoeft een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.