NJ 2018/447
Geen vernietiging van ’s hofs arrest bij overschrijding redelijke termijn in cassatie na niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep.
HR 06-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2054
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/00846
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154441:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2054, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1013, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2017
- Wetingang
Art. 359a Sv; art. 6 lid 1 EVRM
Essentie
Geen vernietiging van ’s hofs arrest bij overschrijding redelijke termijn in cassatie na niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep.
De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 lid 1 EVRM is overschreden. Nu het middel ten aanzien van ’s hofs niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het ingestelde hoger beroep niet tot cassatie leidt en de Hoge Raad ook geen grond aanwezig acht waarop dat oordeel ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.