Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 6:6:16 [Hoger beroep TBS'er en ISD'er niet ontvankelijk of ongegrond]
Geldend
Geldend vanaf 25-07-2020
- Bronpublicatie:
24-06-2020, Stb. 2020, 225 (uitgifte: 03-07-2020, kamerstukken: 35436)
- Inwerkingtreding
25-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2020, Stb. 2020, 286 (uitgifte: 24-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Penitentiair recht / Inrichtingen voor stelselmatige daders
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Indien het gerechtshof, na kennisneming van de stukken van het geding, van oordeel is, dat het beroep kennelijk niet ontvankelijk of ongegrond is, kan het gerechtshof, nadat het de advocaat-generaal, de ter beschikking gestelde en diens raadsman heeft gehoord, zonder nader onderzoek op het beroep beslissen.
2.
De voorzitter kan, hangende de beslissing, de verpleging van overheidswege voorlopig beëindigen of de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders beëindigen wanneer de vordering tot verlenging of de vordering tot voortzetting door de rechtbank is afgewezen.