NJB 2015/1013
Herzieningsaanvraag: novum doordat rechtsmacht met terugwerkende kracht is komen te vervallen? Nu de beschikking tot het met terugwerkende kracht intrekken van het Nederlanderschap van verdachte niet onherroepelijk is, is geen sprake van een novum in de zin van art. 457 lid 1 Sv. Maar ook indien dat anders zou zijn geweest, leidt dat in casu niet tot een ander oordeel nu de wetsgeschiedenis geen enkel aanknopingspunt bevat voor de opvatting dat de terugwerkende kracht van de intrekking van het Nederlanderschap zou kunnen leiden tot de doorkruising van voordien gewezen beslissingen van de Nederlandse rechter in een strafzaak
HR 12-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1230
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 mei 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/05251
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1230, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:117, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2014
- Wetingang
(Sv art. 457)
Essentie
Herzieningsaanvraag: novum doordat rechtsmacht met terugwerkende kracht is komen te vervallen? Nu de beschikking tot het met terugwerkende kracht intrekken van het Nederlanderschap van verdachte niet onherroepelijk is, is geen sprake van een novum in de zin van art. 457 lid 1 Sv. Maar ook indien dat anders zou zijn geweest, leidt dat in casu niet tot een ander oordeel nu de wetsgeschiedenis geen enkel aanknopingspunt bevat voor de opvatting dat de terugwerkende kracht van de intrekking van het Nederlanderschap zou kunnen leiden tot de doorkruising van voordien gewezen beslissingen van de Nederlandse rechter in een strafzaak